GODDELIJK LEVEN

Moge elk schepsel vervuld zijn van welbehagen en vrede,
het sterke en het zwakke, het korte en het lange,
het kleine en het grote, het zichtbare en het onzichtbare,
het verre en het dichtbije, het geborene en het nog ongeborene;
moge ieder levend wezen innerlijk vrede hebben.

Laat niemand iemand anders bedriegen;
laat niemand een ander minachten;  
laat niemand een ander vervloeken.
Zoals een moeder zelfs met haar leven
haar kind beschermt tegen kwaad,
wees zo betrokken op alles wat leeft.

Laat een hart zien, dat overloopt van liefde
voor de wereld in al z'n gedaanten,
zonder beperkingen, zonder haat of vijandschap.
Waar je staat of gaat, waar je ook zit of ligt,
wijd je hieraan tot je in slaap valt
en je zult al hier op aarde goddelijk leven hebben.

Toegeschreven aan Boeddha