OVER GRENZEN HEEN  

Bij Oosters christendom denken wij heel gauw aan mooie iconen en prachtige muziek En terecht! Maar dat alleen? Oosterse christenen zijn in staat om in hun liturgie op die 'nieuwe hemel en aarde' van de Apokalyps al een beetje vooruit te lopen. Hun rijke liturgie is niet voor niets zelf  'schoon als een bruid', Maar dat alleen? Het is een liturgie van 'verheerlijken' van God, waarover de evangelielezing spreekt. Toch komt de andere kant in het Oosters christendom ook in de lezingen naar voren: 'door vele kwellingen het Rijk Gods moeten binnengaan'.
Oosterse kerken in Oost-Europa. het Midden-Oosten, Ethiopië, Eritrea en India hebben nog steeds materiële nood, Maar ook andere noden: bijvoorbeeld oorlog (ex-Joegoslavië, Georgië, Armenië), niet zelden ingegeven door het misbruik van religie. Op nood kan het antwoord het 'nieuwe gebod! zijn: 'Gij moet elkaar lief hebben'.
Oosterse christenen zijn vaak van een andere kerk dan de katholieke, Een kleine groep hoort bij 'Rome', maar de meesten zijn orthodox. lid van een onafhankelijke Oosterse kerk. We zijn echterallemaal medechristenen van elkaar, over kerkgrenzen heen, 'Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt als gij de liefde onder elkaar bewaart', Oosterse kerken hebben onzeliefde nodig: in interesse in hun kerk-zijn, in een helpende hand, in ons gebed.

Lezingen
Eerste lezing: Handelingen 14,21-27
Tweede lezing: Apokalyps 21,1-5a
Evangelielezing: Johannes 13,31-33a.34-35  V

Voorbede
Bidden wij om vrede:
dat God in zijn barmhartigheid ons vrede mag geven,
n
a elke voorbede: Kyrie eleison

Voor ons geloof laat ons bidden:
dat God ons zijn geloof mag schenken tot het einde toe.

Voor onze gemeenschap laat ons bidden:
dat God ons tot het einde toe in de eenheid van de heilige Geest mag bewaren.

Voor onze bisschop N. laat ons bidden:
dat hij nog lang met oprecht hart ons leiden mag door het woord van geloof:

Voor de pastores laat ons bidden:
dat zij de herderlijke geest en instelling niet verliezen.
God moge hun godsvrucht schenken en hun moeiten aannemen.


Voor allen die dienstbaar zijn in Uw Kerken laat ons bidden:
dat God hun geven mag dieper door te dringen in wat zij geloven.


Voor de gelovigen laat ons bidden:
dat zij het geloof in volheid en ongeschondenheid bewaren.

Voor hen die gezag uitoefenen en óns besturen laat ons bidden:
dat God hun wijsheid en gerechtigheid mag schenken.

Voor heel de wereld laat ons bidden:
dat God alle plannen vóór is,
voor ieder zijn goede wensen vervult
en nog iets beters mag geven.


Voor hen die op reis zijn, laat ons bidden:
dat God hen leiden mag met zijn goede rechterhand
en hen ongedeerd en in vrede mag thuisbrengen.

Voor hen die honger hebben en dorst lijden laat ons bidden:
dat God hun geven mag wat ze dagelijks nodig hebben.

Voor hen die leven in zorgen en verdriet laat ons bidden:
dat God hen echt troosten mag.

Voor de gevangenen, vluchtelingen en opgejaagden laat ons bidden:
dat God hun geduld mag schenken,
tegen wanhoop bewaren en hen in vrede mag thuisbrengen.


Voor de zieken laat ons bidden:
dat God hen snel gezond mag maken en hen in zijn mildheid beschermen.

Voor degenen die vanuit deze kerk ontslapen zijn laat ons bidden:
dat God hun een plaats van rust mag schenken.

Voor de vruchten der aarde laat ons bidden:
dat God de aarde vrucht mag geven voor zaad en oogst.

En ons allen die zo bidden en smeken,
moge Hij overschaduwen met zijn Geest van vrede.

Een feestelijke offerande met kinderen
De Ethiopiërs houden van doeken en lappen. Zelf lopen ze bij feestelijke gelegenheden met witte doeken gedrapeerd rond hun schouders. Dat vinden ze mooi. In de kerk is dat ook zo. Het altaar wordt mooi gemaakt met kleden en doeken.  Als brood en wijn voor de eucharistie worden gereedgemaakt, worden weer vele doeken gebruikt: het is een feestelijk gebeuren.Het is misschien een idee om brood en wijn door kinderen naar het altaar te laten brengen op de manier zoals de christenen uit Ethiopië dat doen. Achter in de kerk wordt op een tafel de schaal met brood gereed gezet (liefst een echt rond brood, met de hosties) en een beker, maar ook schalen met fruit, een bloemstukje. Ook tekeningen van de kinderen kunnen daar liggen. En er staat een kannetje met (voldoende) wijn en een met water. Men zou rode wijn kunnen nemen, zoals bij oosterse christenen de gewoonte is. De kinderen gaan deze gaven halen, maar leggen alles eerst in doeken, die ze mooi toevouwen. Of ze leggen een doek eroverheen. Terwijl ze de gaven omhoog houden, op de hoogte van hun voorhoofd, dragen ze alles naar het altaar, langzaam en achter elkaar. Ondertussen wordt er gezongen door allen gezongen.

Alleluja
Als ze vóór het altaar gekomen zijn, wast de priester, staande vóór het altaar, nadrukkelijk zijn handen. Hij gebruikt hierbij een grote kan en schaal. Met zijn nog natte handen vouwt de priester enige doeken open (of licht ze op) en kijkt erin. Als hij het ronde brood gevonden heeft, droogt hij daaraan zijn handen af. Dan neemt hij het brood in de doek(en) aan, en ook de schaal hosties, en geeft ze weer aan de draagster of drager terug. Dan lopen de kinderen met de gaven twee of drie keer rond het altaar terwijl weer de alleluja-zang gezongen wordt.
De priester blijft vóór het altaar wachten. Weer vóór het altaar geven de kinderen eerst het brood aan de priester. Deze neemt het brood aan en zegt:

Brood waar wij van leven,
heerlijk brood, vrucht van de goede aarde,
een aangename gave van God aan ons.
Wij geven het dankbaar aan Hem terug.
Wij willen God danken, die onze goede Vader is.

Dan loopt ook de priester met het brood rond het altaar en plaatst het op de tafel. De kinderen wachten. Vervolgens neemt de priester de beker aan van de kinderen, doet er - staande vóór het altaar - wijn en water in, en zegt:

Wij die wij drinken,
heerlijke wijn, vrucht van de goede aarde,
een aangename gave van God aan ons.
Wij geven hem dankbaar aan Hem terug.
Wij willen God danken, die onze goede Vader is.

En met de wijn loopt de priester eenmaal rond het altaar en plaatst de beker op de tafel. Dan bidt hij:

Goede God, Gij hebt altijd al de gaven aangenomen
die Uw vrienden U hebben aangeboden.
Het zijn er zoveel: Abel in de woestijn,
Noach in de ark, Melchisedek, de koning van Salem,
Abraham op de berg. de vaderen moeder van Simson,
Hanna in het heiligdom, Elia op de Karmel,
David bij zijn harp, Zacharias aan het wierookaltaar,
Maria in de tempel
en de weduwe die haar muntje gaf.
Neem ook van ons, Uw vrienden en vriendinnen,
deze gaven aan, ons brood, ons drinken, ons leven.
Amen.

Dan leggen de kinderen hun overige gaven - uitgevouwen - op het altaar en gaan naar hun plaats terug. Indien er tekeningen bij zijn, dan kan men die tegen de altaartafel aanhangen zodat men ze
vanuit de kerk kan zien.

Gebed over de gaven
O Leraar, Jezus Christus,
Woord van de Vader,
vol van de heilige Geest,
wij bidden Uw milde goedheid:
Laat uw aangezicht schijnen over dit brood en over deze beker
die wij op Uw heilig altaar hebben geplaatst.
Zegen dit brood en heilig deze beker,
reinig ze beide en zegen ze beide.
Verander dit brood,
dat het Uw onbevlekt lichaam mag worden,
en de wijn in deze beker,
dat het Uw kostbaar bloed mag worden.
Laat ons allen daaraan deel hebben
tot genezing en heling naar lichaam, ziel en geest.
Want Gij zijt onze koning, Christus, onze God,
en U komen toe onze lofprijzing, eer en aanbidding,
evenals aan Uw goede hemelse Vader,
en Uw heilige levenschenkende Geest,
één met U, nu en altijd en in alle eeuwigheid.
Amen.

Eucharistisch gebed
Heilige God, U danken wij,
Gever van leven, rijkdom onuitputtelijk.

Liefdevolle verwekker,
uit U voortgekomen is de ene Bevrijding voor ons,
Jezus: 'Gij zult ons redden' is zijn naam.
Hij verkondigt het verlangen van Uw hart,
dat wij niet verloren gaan
maar gevonden worden door hem.

Naamdrager van de Vader,
U spreken wij aan als zijn Zoon,
goede gids, wijsheid voor wie dwaalt, heler voor zieken,
opwekking voor wie terneer ligt,
die met ons meetrekt.
onze broeder, kracht van de rechtvaardigen,
hoop van ballingen, thuishaven voor de gekwelden,
licht van wie hun loop hebben voltooid.

Roemen en prijzen willen wij U.
Wees bij ons, begin en einde van hemel en aarde.
Zie aan de woonplaats van Uw mensen,
bedoeld voor vrede, Jeruzalem,
Gij die altijd aanwezig bent
in de tekenen van Uw macht,
in de blijken van Uw kracht,
in Uw gevleugelde boodschap,
gekleed in stralend wit licht.
Gij die alles in handen houdt en richting geeft.

Het was Uw weg. Uw wil die geschiedde,
Uw woord dat werd volbracht:
Jezus, gekruisigd om onze ongerechtigheid.
Met Hem in Uw hart hebt Gij door Uw woord
alles bewerkstelligd
en Uw mensen tot leven geroepen.
Als Uw vreugdebode hebt Gij Hem geweven
in de schoot van de maagd.
Hij werd ontvangen,
Uw woord lichaam en bloed geworden,
werd door Uw Geest bevlogen.
sprekend zijn Vader,
zichtbaar Uw Zoon.
Uit de vrouw geboren, Maria,
om gestalte te geven aan het geschieden van Uw wil
en U een volk te geven om in te wonen.

Hij heeft het lijden op zich genomen en onze smarten gedragen,
geleden om de lijdenden uit hun lijden te verlossen,
de doden uit hun dood te bevrijden, hen die op U hoopten,
om bange mensen sterk te maken,
de weggegooiden terug te vinden,
om de ketenen van het kwaad stuk te breken,
om Uw hartewens te vervullen:
de poorten naar het leven te openen,
Zijn opstanding te openbaren
en velen rechtvaardig te maken.

In dezelfde nacht waarin zij Hem wegvoerden,
nam Hij brood in Zijn handen,
sprak de dankzegging,
zegende het brood, heiligde het brood,
brak het en deelde het uit aan Zijn leerlingen
met de woorden:

Neemt en eet, dit is mijn lichaam voor u gebroken
en gegeven tot verlossing van de velen.
Zo nam Hij ook na de maaltijd de beker met wijn,
mengde de wijn met water,
sprak de dankzegging,
zegende de wijn, heiligde de wijn,
gaf de beker aan Zijn leerlingen
met de woorden:
Neemt en drinkt, dit is mijn bloed voor u vergoten
tot vergeving van uw zonden.
En wanneer gij dit zult doen,
doet het om mij te gedenken.

Vandaag, nu wij Zijn dood gedenken en Zijn opstanding
belijden wij dat Gij onze God zijt, Gij alleen,
en dit brood en deze wijn moge onze toenadering zijn.
Wij danken U, Redder, Gij alleen, God van eeuwigheid,
want Gij hebt ons geroepen om voor U te staan
en deze gedachtenis te vieren.

Daarom bidden wij
die leven om Uw verlangen te vervullen.
tot U, Heer, en wij smeken:
Stort uit Uw Geest over dit brood
en over deze beker wijn:
Uw geest zal brood en wijn bezielen:
lichaam en bloed van onze Heer en Verlosser,
Jezus Messias in alle eeuwigheid.

U dankend vragen wij:
Wees hier aanwezig!
Heer, onze Heer,
Vader,
door wie iedere mens zich tot in de ziel weet geraakt.

Wees hier aanwezig!.
Heer, onze Heer,
Gezalfde, drager van Gods Naam in ons midden.

Wees hier aanwezig!
Heer, onze Heer,
heilige Geest, die dit brood en deze wijn bezielt

Geef dat wij niet eten en drinken tot ons eigen oordeel,
tot spot van wie tegen U kiezen.
Laat het samen eten en drinken van dit brood en deze wijn
voor ons worden tot heling en bevestiging.

Breng thuis de thuislozen,
wees vader en moeder voor de wezen,
Neem op bij U degenen die ontslapen zijn in gehechtheid aan U.
En ons, laat ons horen bij Uw gemeenschap van rechtvaardigen
en doe ons begaan de goede weg die ook zij vóór ons zijn gegaan.

Wees herder over Uw volk en doe eenheid groeien onder ons
die U bidden om Uw Aanwezigheid:
vervul ons tot verzadigens toe met Uw heilige Geest.

U danken wij, door Jezus de Gezalfde,
geboren uit U,in de heilige Geest,
dag voor dag, geslacht voor geslacht.