EEN VONK VAN MIJN GLORIE

Ik ben de smaak van water.
Ik ben het licht van zon en maan.
Ik ben de hitte van het vuur.
Ik ben het leven van al wat leeft.
Van het licht ben ik de schijnende zon.
Tussen de sterren ben ik de maan.
Van de wateren ben ik de oceaan.
Van de onbeweeglijke dingen de Himalya.
Van de bomen ben ik de waringiboom.
Van de wapens de donderbus.
Onder de beesten ben ik de leeuw.
Van de zuiveraars ben ik de wind.
Van de vissen ben ik de haai.
Van de vlietende rivieren ben ik de Ganges.
Van de seizoenen ben ik de bloemrijke lente.
Van de heimelijke dingen ben ik de stilte.
Weet dat alle rijke, mooie
en heerlijke schepselen voortkomen
uit slechts een vonk van mijn glorie.

Bhagavad Gita
uit: Een brug naar de sterren