In de tweede helft van de vorige eeuw hebben de Nederlandse katholieken een enorme rol gespeeld in de verspreiding van het christelijk geloof en de kerk. Nederland was in de twintigste eeuw een van de grootste leveranciers van 'missionarissen', vrouwen en mannen, die in de landen op het zuidelijk halfrond in woord en daad van hun geloof getuigden en kerken stichten met alles erop en eraan.


 

In de tweede helft van de vorige eeuw hebben de Nederlandse katholieken een enorme rol gespeeld in de verspreiding van het christelijk geloof en de kerk. Nederland was in de twintigste eeuw een van de grootste leveranciers van 'missionarissen', vrouwen en mannen, die in de landen op het zuidelijk halfrond in woord en daad van hun geloof getuigden en kerken stichten met alles erop en eraan.



'Het groote missieuur'

Vooral in de periode tussen de wereldoorlogen beleefden de Nederlandse katholieken hun 'groote missieuur'. In 1940 was er op iedere 565 Nederlandse katholieken een missionaris. 6300 waren er toen. Midden jaren zestig waren het er zelfs meer dan 8860 en had één op de tien missionarissen in de wereld de Nederlandse nationaliteit.
Onder hen ook opvallend veel vrouwen. Tot ongeveer het jaar 1900 waren missionarissen vooral mannen. Maar op het eind van de negentiende eeuw begonnen ook vrouwen in hun voetsporen te treden. Zusters konden immers contacten leggen met lokale vrouwen, wat voor paters in veel culturen onmogelijk was. En er zo voor zorgen, dat de kerk echt wortel kon schieten in de kolake bevolking.

Ook veel Zusters

De eerste zuster-missionarissen vertrokken naar onze eigen kolonies. Ze gingen werken in scholen, weeshuizen, ziekenhuizen en allerlei andere vormen van wat toen liefdadigheid heette. Hoeveel zusters als missionaris zijn uitgetrokken, wisten we tot voor kort eigenlijk nauwelijks. Gelukkig gebeurt er nu veel historisch onderzoek naar. Zo weten we nu, dat er in 1924 al 1250 zuster- missionarissen waren, in 1940 het dubbele, bijna 2500 en in 1964 bijna 3700. Ze waren net als hun mannelijke collega's werkzaam over de hele wereld: van Alaska tot de Salomonseilanden, en Vuurland tot Mongolië.

Missie-thuisfront

In elke katholiek familie was wel een oom, neef of nicht te vinden die als missiepater of missiezusters ergens in de wereld aan het werk was. Duizenden gelovigen, familieleden en bekenden waren voor hen ook in het vaderland in de weer. Ze bevolkten parochiële missiecomités, naaiden en breidden kleertjes, collecteerden aan de deur voor de bouw van kerkjes, schooltjes of klinieken en kregen informatie over het werk via meer dan vijftig 'missiebladen'.
De missionarissen kregen ook 'professionele' assistentie van
organisaties als Medische Missie Actie, Pauselijke Missie Werken, Missie Verkeersmiddelen Actie, Agromisa of de Indische Missieweek. Een van de oorzaken van de huidige belangstelling van Nederlanders voor de Derde Wereld is ongetwijfeld gelegen in deze tijd.

Speciale missiecongregaties

Vaak waren die missionarissen lid van religieuze congregaties, waarvan een aantal in de 19e eeuw zelfs speciaal voor dit doel was gesticht. De zogenaamde witte paters en witte zusters bijvoorbeeld, zo genoemd naar hun witte Noordafrikaanse boernoes, waren gespecialiseerd in Afrika. De missionarissen van Scheut, een oorspronkelijk Belgische congregatie was opgericht om China te bekeren tot het christendom. Andere missiecongregaties werkten (aanvankelijk) in nationale kolonies zoals het van oorsprong Duitse missiegenootschap van het Goddelijk Woord (svd) of de Engelse Millhill-fathers. Weer andere waren gespecialiseerd in bepaald missiewerk, in gezondheidszorg zoals de Medische Missiezusters, of in onderwijs zoals de sociëteit van de Jezuïeten. Meer informatie over enkele belangrijke stichters van missiecongregaties vindt u onder 'schrijvers van missiegeschiedenis'

Gebed van een missionaris

Tot de Afrikaanse volkeren van deze wereld hebt U mij gezonden, Heer, maar niet helemaal, zoals ik het had gedacht.

Ik vertrok om te onderwijzen, want daarvoor was ik als blanke gevormd. Helaas. Ik had te veel antwoorden in mijn hoofd die ik snel weer moest vergeten.

Ik moest van hen de woordjes leren om uit het evangelie te kunnen voorlezen. Die arme stakkers van Afrikanen moesten mij bijstaan met hun wijsheid om mij te helpen zeggen wat Christus hun zeggen wilde.

Ik moest leren aanvaarden dat ik iemand was die er voor hen ook niet had kunnen zijn, iemand die niet had hoeven komen, iemand die geen afscheid hoefde nemen.

Ik moest ontdekken, hoe zij met het evangelie in hun handen mijn leermeesters werden. Hun christengemeenschap kwam tot bloei, zo anders dan ik het had gedroomd.

Ik werd missionaris om een kerk te planten. Gelukkig gaf U me slechts wat zaad in handen. De oogst, ik zie het, staat te rijpen: Gods volk in Afrika, een volk van jonge mensen.

Nu wil ik geen dag meer missen om te mogen zien hoe dit volk van U 't gaat maken, hoe het de toekomst scheppen gaat. Dank U dat ik bij hen mijn tent mocht spannen.

Uit: Afrika, een zegel op mijn hart
een uitgave in de reeks
Mensen met een missie van WNM/CMC
.





Missie nu

Volgens de Vaticaanse congregatie voor de Evangelisatie van de Volken, de vroegere Propaganda Fide, waren er in 2004 ongeveer 85.000 priesters, 28.000 mannelijke en 45.000 vrouwelijke religieuzen als 'missionaris'werkzaam. Ze worden bij hun missionaire arbeid bijgestaan door 1.65 miljoen katechisten. In de 'missielanden', en daaronder worden de landen verstaan waar het merendeel van de bevolking nauwelijks nog gehoord heeft van Jezus en zijn evangelie, woont bijna de helft van de wereldbevolking, 2,85 miljard mensen. Die landen zijn vooral in Azië te vinden.

Nog duizend Nederlandse missionarissen

Nog steeds zijn er wereldwijd ook een kleine 1000 Nederlanders als missionaris (m/v) of missionair werker (m/v) actief in de (derde) kerk van het Zuiden. 991 zijn missionarissen in de traditionele zin van het woord, lid van een (missie)congregatie bijvoorbeeld, 80 zijn missionaire werkers (m/v) jonge mensen die in hun voetspoor zijn getreden. Die jongere missionaire werkers�doen vaak werk waarvoor in de arme kerken van het Zuiden nog niet voldoende mensen of middelen beschikbaar zijn. Ook is een aantal missionarissen niet meer in de Derde Wereld actief; zij zetten zich op het noordelijk halfrond in. De meeste missionarissen die nog actief zijn horen niet meer tot de jongsten en ze zitten, zoals ze vaak zelf zeggen, niet meer aan het stuur. Als op een tandem zitten ze nu achterop, trappen mee en inspireren. Mensen uit het eigen land zijn hen opgevolgd: als bisschop, parochiepriester, schoolleider of verpleegkundige. Ook als missionaris zijn ze opgevolgd, want de voormalige missiekerken zijn nu zelf missionair geworden. Zo stuurt de Indiase kerk nu al honderden missionarissen uit naar Afrika of andere Aziatische landen, tref je Indonesische missionarissen aan in bijvoorbeeld Ha�ti en Afrikanen in onze grote steden waar ze ondermeer werkzaam zijn voor hun landgenoten. De missie anno nu kent naast oude ook nieuwe invullingen.

Facetten van missie

  • Ze richt zich nog steeds tot die volken die de boodschap van het evangelie nog niet of nog niet voldoende hebben gehoord. Dat wordt vaak eerste evangelisatie genoemd.
  • Missionarissen zien voor zichzelf ook een taak in kerken die nog te weinig kader hebben. Ze assisteren in theologische opleidingen bijvoorbeeld, of ondersteunen moeilijke activiteiten als aidszorg en dergelijke. Dat heet 'missionaire assistentie'.
  • een andere missionaire taak waar missionarissen actief zijn is het christelijk geloof in gesprek te brengen met andere (wereld)godsdiensten. Dat noemt men interreligieuze dialoog.
  • Je vindt ook missionarissen in naam van Jezus die het opnemen voor de armen daar waar oorlogen en rampen woeden, waar vluchtelingen zijn, en in en aan de rafelranden van de miljoenensteden in het Zuiden.
  • Een nieuwe missionaire opdracht ligt er ook in de Westerse wereld. Met het kleiner worden van onze wereld zijn ook veel mensen uit de arme landen van het zuidelijk halfrond op zoek gegaan naar een beter leven in onze Westerse landen.Velen van hen wonen in stadswijken als de Amsterdamse Bijlmer of de Haagse Schildersbuurt. Missionarissen, nu ook afkomstig uit vroegere missielanden, werken met en voor hen.
  • Maar ook in de huidige machtscentra in de wereld tref je missionarissen aan. In Washington of Genève bij de VN bijvoorbeeld, in Brussel of Straatsburg bij de EU. Ze laten er de stem horen van de verdrukte mensen via lobbywerk
Altijd willen ze met en in hun leven getuigen van een broederlijk of zusterlijk samenleven boven alle verschillen in nationaliteit en ras uit. Dat doen ze meer en meer in en door internationaal samengestelde groepen en communiteiten. Overal ter wereld, in Noord en Zuid, in stad en platteland, bij rijk en arm.