·               Thema viering: Hoeder zijn van wat slechts lucht is  (Indiaans opperhoofd Seattle).

·               Bouwstenen voor een meditatief liturgisch moment in de Veertigdagentijd. Met teksten, symboliek, liederen   en  gebeden en een overweging.

·               Genesis 4,1-16
·               Veertigdagentijd A-jaar  


Aankleding van de liturgische ruimte
Maak uit stevig wit karton zeven wolken. Deze zeven wolken worden voor iedereen goed zichtbaar in de liturgische ruimte opgehangen. Schrijf op zeven gekleurde vellen de woorden (1) toekomst voor onze kinderen, (2) de rechten van het kind, (3) gelijkwaardig, (4) eerlijk delen, (5) duurzaam, (6) hoeder en hoedster zijn, en (7) levensadem.
Voor de kleuren van de vellen kunnen de zeven kleuren van de regenboog gekozen worden. Tijdens het onderdeel 'bidden voor al wat adem heeft' wordt op elke wolk een van de zeven woorden opgeplakt. Onder de wolken kan eventueel een kleine tentoonstelling van uw Vastenaktie-project geplaatst worden. Met de letters A en B in de tekst worden twee lectoren bedoeld.
 
Om een begin te maken
A. Ik ben maar een rode man en dom. De Indiaan houdt van het zachte ruisen van de wind over het water en de geur van de wind, gezuiverd door de middagregen of meedragend de geur van de pijnbomen. De lucht is kostbaar voor de rode man, want alles deelt dezelfde lucht. De dieren, de bomen, de mensen, alles heeft deel aan dezelfde lucht. De blanke man heeft geen aandacht voor de lucht die hij inademt. Als een man die al vele dagen stervende is, zo is hij gevoelloos voor kwade dampen. Maar als wij u ons land verkopen, dan moet u bedenken dat de lucht voor ons waardevol is, dat de lucht zijn adem meedeelt aan al het leven dat het in stand houdt. De wind die mijn grootvader zijn eerste ademtocht gaf, neemt ook zijn laatste zucht in ontvangst. En de wind moet ook onze kinderen de levensgeest geven.  

Lied
Deze wereld omgekeerd
Gezangen voor Liturgie, nr. 428  

Inleidend woord
B. Welkom, beste mensen, voor dit meditatief moment in de veertigdagen-tijd. Wie geniet er niet van een kind dat speelt met de madeliefjes in het gras? Wie wordt er niet vrolijk van de lach van een kind? Wie wenst een kind geen gelukkige toekomst toe? 'De jeugd heeft de toekomst', zeggen we dan. Het leven van een kind is als een onbeschreven blad, waarvoor de woorden nog gevonden moeten worden. De wereld is zijn speelplaats, het mag een kind aan niets ontbreken. Grote mensen wensen kleine mensen het beste toe. Voor een kind is het beste nog niet goed genoeg!
Wat zou het mooi zijn als we die wensen in vervulling kunnen laten gaan.Wat zou het mooi zijn als de wereld inderdaad een veilige speelplaats voor kinderen zou kunnen zijn.Wat zou het mooi zijn als grote mensen aan kleine mensen een toekomst kunnen bieden. Bij deze uitdagingen willen we in dit meditatief moment stil staan.Voor welke opdracht staan wij, grote mensen, als wij kinderen een toekomst willen geven? Hoe moeten wij met de wereld en met elkaar omgaan als we onze kinderen zo'n toekomst cadeau willen doen? Waar vinden we de inspiratie om deze uitdaging aan te gaan? Waar vinden we de richtingaanwijzers om de juiste weg te vinden?
A. Op zoek naar antwoorden leggen we ons oor te luister bij het opperhoofd Seattle van het Indiaanse Dwamish-volk in het noordwesten van de huidige Verenigde Staten. Met zijn woorden openden we dit samenzijn. Dat was in 1854 toen Seattle tot het blanke opperhoofd in Washington sprak. Hij probeerde de blanken duidelijk te maken wat de Indiaanse visie is op het leven, het bezit, de aarde en de doden.
In zijn beroemde rede stelt Seattle de vraag: 'Hoe kun je de lucht bezitten?' Honderdvijftig jaar geleden hadden de Europeanen die naar de nieuwe wereld trokken geen antwoord op die vraag. Zouden wij vandaag de dag wel een antwoord kunnen geven?
Ook leggen we ons oor te luister bij het oeroude verhaal van Kaïn en Abel. Het verhaal van Kaïn en Hevel (spreek uit: Hévèl) zoals het in de taal van het volk van Israël klinkt. Hevel betekent 'lucht, ademtocht'. Lucht die vervliegt, van voorbijgaande aard is. Een monster  zonder waarde. 'Ben ik mijn broeders hoeder?' zegt Kaïn. 'Ben ik de hoeder van lucht, van een monster zonder waarde?'  
B. Al luisterend naar deze oude verhalen slaan we de krant open van vandaag en lezen over broeikaseffect en luchtvervuiling. Hoe schoon is de lucht, die - in de woorden van het opperhoofd Seattle - zijn adem meedeelt aan al het leven dat het in stand houdt? Hoe schoon zal de lucht zijn als de kleine mensen van nu, onze kinderen, grote mensen zijn geworden, die dan zelf ook weer kinderen zullen hebben?  

Gebed
B. God, Vader en Moeder van grote en kleine mensen over al op deze aarde,
het is onze vurige wens aan een wereld te werken
waar kinderen onbezorgd kunnen spelen,
waar kinderen gezond gevoed kunnen groeien,
waar kinderen zich veilig weten tegenover kwaad en tegenslag,
waar scholen zijn om het leven te leren,
waar werken geluk brengt,waar niemand 'lucht' is voor de ander.
Geef ons de moed 'ja' te zeggen tegen zo'n wereld
en de moed om 'nee' te zeggen tegen alle krachten en
machten die ons tegenstreven.  

Lied
Een lied tegen de derde wereldoorlog
Gezangen voor Liturgie, nr. 553  

Verhaal
A. Het grote opperhoofd in Washington heeft gesproken: Hij wenst ons land te kopen. Het grote opperhoofd heeft ook woorden gesproken van vriendschap en vrede. Dat is zeer goed van hem omdat we weten dat hij onze vriendschap niet nodig heeft. Maar we zullen over uw aanbod beraadslagen, want we weten dat als wij ons land niet verkopen de blanke man met zijn geweren komt en het in bezit neemt.
Hoe kun je de lucht, de warmte van het land kopen of verkopen? Dat is voor ons moeilijk te bedenken. Als wij de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt u het van ons kopen? Wij zullen hierover op onze tijd een beslissing nemen.
Zoals het opperhoofd Seattle zegt: Het grote opperhoofd in Washington kan vast op ons rekenen, zoals onze blanke broeders kunnen rekenen op de terugkeer van de seizoenen. Mijn woorden zijn als sterren. Zij verdwijnen niet. De blanke man behandelt zijn moeder, de aarde, en zijn broeder, de lucht, als koopwaar, die hij kan uitbuiten en weer verkopen als goedkope bonte kralen. Zijn honger zal de aarde kaal vreten en slechts een woestijn achterlaten. Wij zullen overwegen waarom de blanke man het land wil kopen. Wat wil de blanke man dan kopen, zal mijn volk vragen.
Het is zo moeilijk te begrijpen voor ons. Hoe kun je de lucht kopen of verkopen, de warmte van de aarde, de snelheid van de antiloop? Hoe kunnen we die dingen aan u verkopen en hoe kunt u dat kopen? Is de aarde van u om ermee te doen naar goeddunken, alleen omdat de rode man een stuk papier tekent en het geeft aan de blanke man? Als wij zelf de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt u het dan van ons kopen?
 

Lied
Stem als een zee van mensen
Gezangen voor Liturgie, nr. 519  

Verhaal
Genesis 4,1-16 (gelezen door B.)  

Overweging
A. 'Ben ik mijn broeders hoeder? 'Wie kent deze vraag niet? Misschien hebt u de vraag zelf wel eens uitgeroepen in een moment van verwarring, van niet-weten. In een moment dat u zich met de rug tegen de muur voelde staan. In het bijbelverhaal is het Kaïn die de vraag stelt aan JHWH en zijn broeder heet Hevel (Abel): 'lucht','monster zonder waarde'. 'Waarom zou ik me druk maken om iemand die lucht voor mij is?' vraagt Kaïn. 'Is het bovendien niet terecht dat ik boos ben? We offeren aan u allebei evenveel. Hevel van zijn kudde en ik van de vruchten van de aarde. Maar mijn offer ziet u niet en dat van hem wel!'
Juist door deze woorden van Kaïn zijn we geneigd om ons solidair met hem te verklaren. Hij doet zijn best, maar denkt dat het niet wordt gezien. 'Natuurlijk heb ik jouw offer ook gezien', zegt JHWH. 'Bovendien, weet je dan niet dat wanneer je goed doet, je met een gerust hart en opgeheven hoofd door het leven kunt gaan? Waar maak je je eigenlijk druk om, Kaïn? Het is goed dat je je hoofd van tijd tot tijd opheft naar mij, JHWH, maar vergeet niet ook naar de mensen om je heen te kijken.
Je kijkt op Hevel neer. Hij is maar lucht voor jou. Het is jouw broer, maar wil je ook als een broer zijn voor hem? 'In deze vraag laat JHWH zich weer kennen. JHWH vindt het prima als mensen aan Hem offers brengen. Maar uiteindelijk gaat het JHWH om de kroon op de schepping: de mens. Hoe gering ook, hoe klein ook, zelfs als die mens 'lucht' heet dan nog zal JHWH zo'n mens niet vergeten. Door naar het offer van Hevel te kijken, keurt JHWH het offer van Kaïn niet af, maar geeft een signaal aan Hevel dat ook hij, die de naam draagt 'lucht, monster zonder waarde' gezien wordt.
Het verhaal vertelt dat dit voor Kaïn een stap te ver is. Kaïn slaat de hand aan zijn broer. Alsof Hevel zijn bezit is, waarmee Kaïn kan doen en laten wat hij wil.
 En dan klinkt de stem van het opperhoofd Seattle: 'Hoe kun je de lucht bezitten? Hoe kun je de lucht kopen of verkopen, de warmte van de aarde, de snelheid van de antiloop? Is de aarde van u om ermee te doen naar goeddunken, alleen omdat de rode man een stuk papier tekent en het geeft aan de blanke man? Als wij zelf de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt U het dan van ons kopen?'    
Als we ons realiseren hoe sterk de atmosfeer al vervuild is; hoe ver de luchtvervuiling en het versterkte broeikaseffect al voortgeschreden zijn, dan lijkt het erop alsof we met de lucht omgaan alsof het ons eigen bezit is, waarmee we kunnen doen en laten wat we willen. De lucht die we nu vervuilen is ook de lucht die onze kinderen in de toekomst zullen inademen. Moeten we ons niet de vraag  stellen: Vertelt de manier waarop wij met de lucht omgaan ook niet iets over de wijze waarop wij met de toekomst van onze kinderen omgaan? Als onze kinderen voor ons geen lucht zijn, geen monsters zonder waarde worden we dan niet uitgedaagd om met de lucht, de natuur, het milieu behoedzamer om te gaan.
'Wees de hoeder van je broer of zus. Hoe klein en gering hij en zij ook zijn', zegt JHWH in het verhaal van Kaïn en Hevel. 'En', voegt JHWH daaraan toe, 'leer van je broeder, het opperhoofd Seattle, dat je broers en zussen zijn als de lucht die je niet kunt bezitten, kopen of verkopen, maar die wel onze kinderen de levensgeest geven.'
Hierom is het goed om in de Vastenaktie-campagne niet alleen solidair te zijn met de kinderen in de wereld die snakken naar spelen, eten en drinken, veiligheid en vertrouwen, maar ook stil te staan bij de vraag hoe wij de wereld, lucht, de natuur en het milieu voor onze kinderen achterlaten.    

BIDDEN VOOR AL WAT ADEM HEEFT  

Lied
Voorzang: Bidden wij met geloof in ons hart
tot de Vader van hemel en aarde
dat Hij de wereld bewaart
als het werk van zijn handen  
Refrein: l. voorzang. 2.allen:
Luister, Heer, ontferm u over ons.
(Gezangen voor Liturgie, nr. 211)  

Openingstekst:
B. Elke wolk aan de hemel vertelt een verhaal van komen en gaan. Elke wolk aan de hemel is een vraag aan ons: 'Waar kom je vandaan. mens, waar wil je naar toe? ...Wat zijn de woorden die je leven leiden?'
A. Wij, wolken aan de hemel dragen de kleuren van het verbond. Het verbond van God met de mensen.Van de mensen met elkaar. Het verbond tussen de mensen en de aarde. Wij dragen de kleuren van de boog die God aan de hemel zette ten tijde van Noach. Als een teken van hoop. Als een belofte van vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping.  
Voorzang: Bidden wij met geloof in ons hart
tot zijn Zoon. Jezus Christus de heiland,
dat Hij allen die hongeren voedt
als het brood van de hemel.  
Refrein: 1. Voorzang 2.allen:
Luister, Heer, ontferm u over ons.
(Het opplakken van de zeven woorden op de wolken en na elk woord het refrein herhalen.)

1. Toekomst voor  kinderen
B. Bidden wij om de kinderen die in de ogen van de volwassenen slechts lucht zijn. Om ons niet van hen af te wenden. Om hen een toekomst te geven in een wereld waarin het goed toeven is.  
2. De rechten van het kind
A. Bidden wij om respect voor het kind. Om respect voor zijn rechten.om een toekomst waarin spelen, voeding en onderwijsveiligheid en vertrouwende gewoonste zaak van de wereld zijn.  
3. Gelijkwaardig(heid)
B. Bidden wij om niet te vergeten dat alle mensen gelijkwaardig zijn: groot en klein, wit en zwart,man en vrouw, rijk en arm. Om te blijven strijden tegen overheersing van klein door groot.  
4 Eerlijk delen
A. Bidden wij om te beseffen dat niet alles koopwaar is. Om steeds weer te zeggen dat aarde en lucht voor iedereen zijn. Om te blijven roepen dat armoede een schande is en het delen van de vruchten van de aarde een plicht voor iedereen.  
5. Duurzaam(heid)
B. Bidden we om niet te doen wat onomkeerbaar is. Om een ander niet te doenwat ook jij niet wilt dat jou gebeurt. Om grenzen aan de groei. Om duurzaam, vreedzaam en zorgzaam.  
6. Hoeder en hoedster zijn
A. Bidden wij om oog te hebben voor wat klein en gering is. Om te hoeden die zonder macht zijn. Om wat slechts lucht is te beschermen. Om beeld van God te zijn voor ieder ander  
7. Levensadem
B. Bidden we om de lucht die adem geeft aan al wat leven is. Om het ruisen van de wind. Om ruimte waar verstikking heerst. Om een wereld waar niemand lucht is voor de ander.

Voorzang: Bidden wij met geloof in ons hart
tot de heilige Geest de helper,
dat alles zal worden herschapen
in het licht van Gods aanschijn.  
Refrein: 1 Voorzang, 2.allen:
Luister, Heer, ontferm u over ons.

A. Om samen te bidden met de oude woorden van delen en verzoening.

Onze Vader  

Dankgebed
B. Dank voor de bloemen op het velden de vogels in de lucht.
Dank voor de vrolijkheid van een kind
en de toekomst die ons toelacht.
Dank voor wie oog hebben voor de geringen
en hen verheffen tegen kwade machten in.
Dank voor de wolken aan de hemel
die ons herinneren aan het grote Verbond
tussen God, de mensen en de aarde.
Dank voor de Geest die leven geeftaan al wat ademhaalt.  

Wegzending
A. Dat het pad zich voor je zal ontvouwen;
dat je de wind altijd in de rug zult hebben;
dat de zon warm in je gezicht zal schijnen;
dat de regen op je land zal neerdalen;
dat het vuur in je huis nooit zal doven;
dat de Almachtige je in zijn beschermende hand zal houden
Totdat wij elkaar weerzien.
(Indiaans gebed uit: MZK 1999)

Slotlied
Voor kleine mensen
Gezangen voor Liturgie, psalm 72-2