ALS IK VLUCHTELING WAS

Als ik een vluchteling was ...
zou ik kaarsrecht lopen, met opgeheven hoofd,
terwijl vanbinnen die grote oorlog voortwoedt.
Ik zou nog steeds zien hoe mijn neef wordt vermoord,
de benen van mijn oma worden afgehakt,
mijn oudste zus wordt verkracht,
mijn broertje vergeefs naar een veilig heenkomen kruipt
en mijn stad aan flarden wordt gescheurd!

Als ik een vluchteling was ...
zou ik de tranen die bijna gaan vloeien, wegslikken,
als ik naar een vreemd land word afgevoerd,
wanneer onvriendelijke gezichten me boos aankijken,
wanneer gezichten boekdelen spreken van haat
en voeten stampen van ergernis,
woordeloos pleitend voor mijn terugkeer,
wanneer buikjes knorrend protesteren
om op te eisen wat ik van hun deel heb gegeten.

Als ik een vluchteling was ...
zou ik knokken om bij mijn verstand te blijven,
zou ik proberen te eten wat me wordt voorgezet,
een kwelling die ik nederig moet verdragen,
de hele dag in kleermakerszit,
zonder richting of doel in mijn leven.

Er blijft niets van me over,
omdat school en werk taboe zijn verklaard
en zo lang als zij dat willen
zou ik toekijken hoe mensen om mij heen
hun normale leven leiden,
terwijl ik bij mijn raam kniel
en kleiner word dan niets,
terwijl ik toegewijd naar mijn bijbel kijk
en mijn God de schuld geef.

Als ik een vluchteling was ...
zou ik nog altijd glimlachen en lachen met de wereld,
glimlachen, niet omdat ik gelukkig ben,
maar omdat mijn ellende mij kracht gegeven heeft;
lachen, niet omdat ik gelukkig ben,
maar omdat ik de dood in de ogen heb gezien,
wetend dat ik toch vandaag nog heb.

Als ik een vluchteling was ...
zou ik mijn kwelling, mijn pijn, mijn tranen verbergen;
in de beslotenheid van mijn slaapkamer zou ik die uiten.
Want de wereld kan er niets me beginnen,
die noemt mij een vluchteling.
Ze hebben de strijder, de overlever in mij niet gezien
en de niet-geopenbaarde kracht niet gewaardeerd,
waarmee ik me door alles heen sloeg
en nog altijd dezelfde ben.

Maar ik ben een vluchteling;
elke dag loop ik in jullie midden;
vanbinnen sterf ik, niemand weet dat behalve ik;
vanbinnen huil ik,
vanbinnen ben ik gebroken
En niemand weet dat behalve ik!

Tawonga, journaliste, ontvluchtte Malawi
in: Novib kalender 2006