Lisieux in Normandië zou niet meer zijn geweest dan een van die slaperige Franse provinciestadjes die je alleen maar kent als je er toevallig op vakantie langs komt, wanneer Thérèse Martin er niet had gewoond. Een jong aan tbc gestorven meisje uit een goed katholieke familie die door haar autobiografie alom bekend en geliefd is geworden als de heilige Theresia van Lisieux (1873 - 1897).
Deze Normandische heeft geen nieuwe orde of congregatie gesticht, zoals Clara, noch als haar grote naamgenote Theresia van Avila, een bestaande orde hervormd. Ze is niet uitgevaren om als een ware globetrotter talloze zielen de Blijde Boodschap te brengen zoals Franciscus Xaverius, noch heeft ze kloeke en doorwrochte theologische werken op haar naam staan. Ze heeft alleen maar een levensverhaal opgeschreven. Haar eigen levensverhaal.
Maar dit boekje, Geschiedenis ener Ziel, heeft op haar tijdgenoten en latere generaties zoveel indruk gemaakt, dat de Kerk wel bijna genoodzaakt was om de karmelietes vrij snel na haar dood eerst zalig (1923) en daarna heilig te verklaren (1925). En daar bleef het niet bij. Ze werd ook nog de patrones van de missie (1927), naast Jeanne d'Arc tweede patrones van Frankrijk (1944) en zelfs kerklerares (1997). Die laatste eretitel is maar aan twee andere vrouwelijke heiligen toegekend: aan de mystica Theresia van Avila en aan Catharina van Siena. En dat voor een meisje dat slechts 24 jaar oud is geworden en tijdens haar leven buiten haar eigen kring van familie en klooster in feite onbekend was.
Dat Thérèse van Lisieux kerklerares is geworden, mag misschien een wonder heten, maar niet dat ze kloosterlinge werd. Thérèse Martin, zoals ze eigenlijk heette, werd geboren in een door en door katholiek gezin. Ze had vier zussen, die ook allen de sluier aannamen, van hetzelfde klooster in Lisieux. Door hun opvoeding werden de meisjes Martin daar als het ware op voorbereid. Thérèse wilde zo graag non worden, dat er zelfs dispensatie moest worden aangevraagd vanwege haar leeftijd. Ze was pas 16 jaar toen ze de strenge regels van de karmelietessen op zich nam en de kloosterdeuren zich voorgoed achter haar sloten.
In het klooster viel ze al snel op door strikte naleving van de orderegel. Daar werd in de tijd dat zij intrad wel nog al eens de hand mee gelicht. Zo kwamen familie en vrienden vaker en langer op bezoek dan Theresia van Avila, de hervormster van de orde, had voorgeschreven. En er waren nog wel meer regels en regeltjes die soepel werden gehanteerd. Gezien de positie die haar zussen in het zelfde klooster innamen en gelet op haar tere gezondheid had niemand het vreemd gevonden als Thérèse van het Jezuskind van het heilig Gelaat, haar kloosternaam, het ook wat rustiger aan had gedaan. Maar ze was streng voor zichzelf. En dat viel niet altijd mee. Zoals uit haar autobiografie blijkt, voelde ze zichzelf vaak 'droog'; wat we zouden kunnen omschrijven als: waar doe ik het eigenlijk allemaal voor!
Ze volhardde echter in haar wens tot God te komen en een Hem welgevallig leven te leiden. Thérèse wilde geen bijzondere dingen. Ze wilde niet opvallen of grootse daden verrichten. Ze wilde in God opgaan 'als een druppel water in de oceaan'. En dat leefde ze ook voor in haar omgang met anderen. Tijdens de recreatie, de spaarzame vrije tijd in het klooster, ging zij altijd naast een van de meest chagrijnige zusters zitten. Als novicenmeesteres, belast met de vorming van nieuwelingen in het klooster, had ze een engelengeduld, zelfs met novicen die helemaal geen roeping hadden en alleen maar vanwege hun familie het klooster waren ingegaan. Juist hierdoor viel ze op: het geloof leven en voorleven in de sleur van alledag. Deze houding spreekt ook uit de Geschiedenis ener Ziel. En waarschijnlijk hierdoor is dit boekje toen het vlak na haar dood werd gepubliceerd zo'n bestseller geworden. Het wees de gewone gelovige een weg naar God, die ieder op zijn of haar plek en plaats kon volgen en naar best vermogen kon invullen.
Dat was, eigentijds verwoord, haar 'mission statement', dat waar het haar om was begonnen. En de reden dat ze door paus Pius XI werd uitgeroepen tot patrones van de Missie. Die vond dat bekering uiteraard het werk van God is, genade. En dus een zaak van gebed, evenzeer en even belangrijk als het daadwerkelijk missiewerk in verre oorden. Zo werd Thérèse die nooit haar klooster in Lisieux verliet, vanwege haar niet aflatend gebed ervoor, tot patrones van de missie uitgeroepen. Naast en als Franciscus Xaverius. Ook haar ouders Louis en Marie Martin-Zelie werden overigens zaligverklaard. Op missiezondag, 19 oktober 2008.
Het is uiteindelijk aan haar omgeving te danken dat haar autobiografie het daglicht zag. Haar zussen die nauw bij de publicatie waren betrokken, zagen wellicht eerder dan Thérèse zelf het belang van haar levensverhaal.
p.l../j.b.