Het midden van de negentiende eeuw was missionair gezien een vruchtbare periode. Niet alleen in België (zie Verbist), maar ook in Engeland werd bijna tezelfdertijd het initiatief genomen voor een missie-instituut dat zijn vleugels ook naar Nederland uitspreiden. In 1866 werd nabij Londen de congregatie van Mill Hill gesticht. Founding father: kardinaal Herbert Vaughan (1932 - 1903).


vaughan.jpgVaughan stamde uit een vooraanstaande familie in Wales. Ondanks gevangenisstraf, vervolging en flinke boetes was de familie katholiek gebleven. Niet zomaar katholiek, maar fanatiek. Drie broers van zijn vader waren priester en maar liefst vijf van zijn eigen broers, twee ervan werden ook nog bisschop. Herbert trouwens ook, hij bracht het zelfs tot kardinaal van Westminster. Maar niet alleen de kleine katholieke kerk van Engeland ging hem ter harte. "Hoe meer ik nadacht over de woorden uit het Onze Vader 'Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome op aarde', des te heviger werd mijn verlangen om Zijn naam te heiligen onder de heidenen en Zijn rijk te doen komen in de talrijke verwaarloosde delen der aarde, schreef hij later.

In 1863 begon hij, 31 jaar oud, een bedeltocht door Noord en Zuid Amerika om gelden in te zamelen voor wat hij als zijn missie zag. Bijna twee jaar lang. Wat hij ophaalde was net genoeg om in het dorp Mill Hill in de buurt van Londen een stuk grond te kopen. Op de feestdag van Sint Jozef, 19 maart 1866, werd daar het St Joseph's college geopend. De bewoners waren Vaughan, een student en een knecht. Zijn godsvertrouwen was enorm. Het is het begin van de missiecongregatie van Sint Jozef, meer bekend dus als Mill Hill. Het begin was niet gemakkelijk. Alle middelen waren besteed aan de koop, zelfs voor een warme maaltijd was er in de beginjaren vaak geen geld en ze sliepen op stro. Zo vermelden de annalen. Maar dat was niet zo erg, vond Vaughan. Het missiewerk waarop zijn volgelingen zich moesten voorbereiden was ook hard! Amare et Servire, beminnen en dienen, daar ging het om. Het is nog steeds de Mill Hill lijfspreuk.

Vaughans voorbeeld werkte aanstekelijk. Al in 1868 zag katholiek Engeland zijn verantwoordelijkheid voor de 'missie onder de heidenen in de verwaarloosde delen van de aarde'. Er kwam een raad van beheer met vooraanstaande Engelse katholieken en een organisatie van gewone mensen, zelateurs, missie-ijveraars v/m. In maart 1871 kon dan ook te Mill Hill een nieuw gebouw betrokken worden. Bovendop de toren prijkte Sint Jozef om duidelijk te maken onder wiens hoede het nieuwe missiehuis stond. Hij staat er nog altijd. In november van hetzelfde jaar ging father Vaughan met zijn eerste vier missionarissen scheep naar Amerika, waar de zorg voor de zwarte bevolking als misse aan de jonge congregatie was toevertrouwd. Daar was een paar jaar eerder, in 1865 de slavernij afgeschaft en Vaughan had met eigen ogen gezien, 'hoe de negers als honden werden behandeld; hoe er in de ziekenhuizen nauwelijks iets voor hen werd gedaan en hoe ze het zelfs in de kerken met een hoekje moesten doen'.

Lang heeft Vaughans carrière als missionaris niet geduurd. Als in 1872 werd hij teruggeroepen naar Engeland om er bisschop van Salford (Manchester) te worden. Hij moest maar iemand zoeken die in zijn naam de congregatie kon leiden, zo luidde de opdracht van paus Pius IX. Een Belg, kanunnik Benoit, kreeg de leiding van het Mill Hill college en werd de tweede man. Vaughan zelf werd in 1875 de algemene overste, voor het leven benoemd. In 1892 werd Herbert Vaughan tot aartsbisschop van Westminster geroepen en later werd hij ook nog kardinaal. Maar zijn hart bleef in en bij Mill Hill. Daar stierf deze grote man op 19 juni 1903 en hij ligt er ook begraven in een eenvoudig graf. 'Servulus Mariae et Josephi' staat erop gebeiteld. Kleine slaaf van Maria en St. Jozef.

Voor de Amerikaanse ex-slaven bleef Mill Hill tot 1893 werken. In 1875 werd het bisdom Madras in India het eerste missiegebied buiten het noordelijke halfrond. Vier Mill Hill missionarissen werden in 1879 als aalmoezeniers in het Britse leger naar Afghanistan gestuurd. Twee van hen kwamen uit Nederland, een van hen, Jan van Eyndthoven, stierf nog dat zelfde jaar aan cholera, net 29 jaar oud.
De missie in Afghanistan heeft maar kort geduurd; andere bisdommen in de Britse kolonie India kwamen ervoor in de plaats. Daarna ook Borneo, Nieuw Zeeland, Congo, Oeganda, Kenia en Kameroen, om de belangrijkste te noemen. In totaal werden er tot nu toe meer dan 2000 Mill Hill-missionarissen uitgezonden.

Al in 1871 had Herbert Vaughan Nederland bezocht om er op de grootseminaries leden voor zijn nieuwe stichting te zoeken. Begin 1890 werd in Roosendaal een missiehuis geopend. Mill Hill kreeg ook een belangrijk contingent Nederlanders, met als hoogtepunt het jaar 1982 toen er zelfs bijna vijfhonderd Nederlandse Mill Hillers waren. Nu zijn dat er nog ruim 173 op een totaal van 425; 49 van hen waren per 1 januari 2009 nog steeds werkzaam in een 'missieland'. Ondanks dat grote aantal Nederlanders bleef Mill Hill toch een Engelse congregatie. Ook de Nederlandse Mill Hillers noemden zich nog steeds 'father'.
Meer informatie:
http://www.mhmobk.nl
j.b.