De beroemdste Picpus is wel pater Damiaan (Jozef De Veuster) uit Tremelo in België, die zijn leven in dienst heeft gesteld van de melaatsen op Hawaii. En hoewel hij al weer meer dan honderd jaar dood is, spreekt hij nu nog zozeer tot de verbeelding van onze zuiderburen dat hij onlangs door lezers van de populaire krant Het Nieuwsblad is uitgeroepen tot grootste Belg aller tijden.
Maar er zijn meer bijzondere Picpussen, bijnaam van de leden van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria (ss.cc), ontleend aan rue de Picpus, de Parijse straat waar kort na de stichting het moederhuis werd gevestigd en dat nog steeds bestaat. Een van hen is de Nederlandse pater Eustachius van Lieshout (1890-1943) uit het Brabantse Aarle-Rixtel, die in Brazilië heeft gewerkt. Hij werd 15 juni 2006 zalig verklaard in Belo Horizonte, de stad waar hij is gestorven aan vlektyfus.
Eustachius kwam ter wereld in een zeer gelovig Brabants boerengezin met elf kinderen. Hij werd vernoemd naar Hubertus, patroon van de jagers. Huub wist al jong dat hij missionaris wilde worden, net als zijn grote voorbeeld Pater Damiaan, die een jaar voor zijn geboorte op het leprozeneiland Molokai was gestorven. De boerenzoon mocht van zijn ouders naar de Latijnse School in Gemert en ging vervolgens naar Grave, naar de Paters van de Heilige Harten. Daar legde hij in 1915 zijn kloostergeloften af. Hij werd frater Eustachius. Vier jaar later volgde de priesterwijding, in Ginneken, nu een deel van Breda.
Pater Eustachius zou uiteindelijk naar Brazilië worden uitgezonden, maar eerst kwam hij terecht in Maassluis, waar hij de zielzorg op zich nam voor Waalse glasblazers, en later in Roelofarendsveen, waar hij als kapelaan werkzaam was. Achteraf kun je zeggen dat dit slechts vingeroefeningen waren voor het echte werk waar Eustachius op hoopte: de missie in verre landen. Zijn kans kwam toen zijn congregatie zich in de jaren twintig toelegde op Latijns-Amerika. Als voorbereiding op zijn uitzending ging Eustachius met enkele medebroeders een half jaar naar Spanje om er de taal te leren. Maar een speling van het lot deed de Brabander terechtkomen in Brazilië, het enige land in Zuid-Amerika waar Portugees wordt gesproken.
Zijn eerste post was Agua Suja, een slaperig plattelandsstadje met een beroemd Mariabeeld. Dit beeld trok elk jaar op Maria Hemelvaart duizenden pelgrims. Van Lieshout dacht dat het dus wel goed zat met de katholieke devotie. Niets was minder waar. Het geloof werd vooral uiterlijk beleefd en veel gelovigen zochten hun heil bij spiritisten. Ze geloofden heilig in de kracht van heilig water voor genezing van geest en lichaam. Wat de spiritisten kunnen, kan ik ook, moet de Brabander hebben gedacht en liet een vat met Lourdeswater overkomen. Dit had echter niet, het gewenste resultaat. Wel de persoonlijke inzet van Eustachius zelf, intussen omgedoopt tot padre Eustaquio, die zich net als Damiaan wegcijferde bij de verzorging van patiënten met vaak afzichtelijke aandoeningen.
Na een tijdje werd hij overgeplaatst naar een voorstad van São Paulo. Ook daar weer kreeg hij te maken met spiritisten die de Kerk beconcurreerden. Dit keer trok Eustaquio de kaart van gene- zingsdiensten, waarbij Lourdeswater dat hij van vakantie in Nederland had meegebracht een rol speelde. Hij raakte bekend als wonderdoener en trok telkens meer volk. Padre Eustaquio werd wat we nu een hype zouden noemen. Zijn populariteit nam zulke vorm aan dat de burgerlijke overheden met hem in hun maag kwamen te zitten: hij ontwrichtte het verkeer en het openbare leven. Op hun verzoek plaatsten zijn oversten hem over naar posten die telkens verder weg laten. Niets baatte echter. De gelovigen bleven komen en ontwrichtten telkens opnieuw het leven in de dorpen en stadjes waar padre Eustaquio werkte.
Uiteindelijk werd hij met vervroegd pensioen gestuurd, wat de missionaris erg aan het hart ging. Hij wilde immers werken onder de mensen. Een lange lijdensweg, doelloos in de anonimiteit, is hem bespaard. Hij werd in Belo Horizonte, waar hij in juni zalig wordt verklaard, gebeten door een insect en besmet met vlektyfus. Daaraan is hij 53 jaar oud overleden. Zijn begrafenis was een nationale happening. Zijn zaligverklaring eveneens. p.l.