'Il Poverello' werd hij genoemd, de 'kleine arme'. En dat was precies wat hij wilde zijn, Franciscus van Assisi (1182 - 1226), wel een van de meest bekende en populaire heiligen en missionarissen die de katholieke kerk kent.
Hij sprak door zijn consequente pleidooi voor materiële armoede en geestelijke rijkdom zo tot de verbeelding van gelovigen dat er allerlei legenden rond zijn persoon zijn ontstaan. Je zou daardoor bijna denken dat hij niet echt bestaan heeft, louter legendarisch. Maar niets is minder waar. Hij was een man van vlees en bloed en zou de huidige wereld goede diensten kunnen bewijzen, nu de (fundamentalistische richting binnen de) islam en het christenlijk-humanistische westen zo met elkaar overhoop lijken te liggen. Vele mooie anekdotes over Franciscus staan opgetekend in de Fioretti (letterlijk 'Bloempjes'), een bloemlezing over gebeurtenissen in zijn leven. Daarvan speken zijn preken tot de vogels, tot zeevissen en zijn bekering van de wolf van Gubbio het meest aan.
Tot zover lijkt het een gewone vertelling met een christelijke boodschap, zoals er zoveel zijn. Maar als je het afzet tegen de tijd waarin Franciscus leefde, is het een boodschap met een bijzonder tintje. Franciscus, in alle opzichten vernieuwer van een verstarde kerk, zoekt de dialoog en wil de ander, in dit geval de islamieten, laten kennismaken met het evangelie door de consequenties van de blijde boodschap zelf voor te leven. Hij wil het evangelie verkondigen, niet opdringen. En dat in een tijd waarin de christelijke wereld, de pausen voorop, juist de gewelddadige confrontatie zocht met de islamitische.
Vooral de naam van paus Innocentius III is met deze agressieve opstelling verbonden. In Vineam Domini, een brief aan (aarts)bisschoppen en abten, en de encycliek Quia Maior roept hij alle gelovigen op tot een nieuwe kruistocht. Dat zou dan de vijfde zijn. Je zou zo'n kruistocht in feite de christelijke pendant van de jihad kunnen noemen, de islamitische heilige oorlog die in de westerse pers tegenwoordig vaak te pas en te onpas wordt opgevoerd.
Heer,
maak mij tot het werktuig van uw vrede:
waar haat heerst, laat mij liefde brengen,
waar belediging is, vergeving,
waar tweedracht is, verzoening,
waar twijfel is, geloof,
waar wanhoop is, hoop,
waar droefheid is, vreugde (vrede)
Heer,
laat mij proberen te troosten
in plaats van getroost te worden
laat mij proberen te begrijpen
in plaats van begrepen te worden,
laat mij proberen te beminnen
in plaats van bemind te worden.
Want als wij geven, worden we rijk,
als we onszelf vergeten, vinden wij vrede,
als wij vergeven, krijgen wij vergiffenis,
als wij sterven,verwerven wij eeuwig leven.