De wereld houdt van simpel. Dus heet Franciscus van Assisi 'il an Povereilo' (de kleine arme), werd Gonxha Bojaxhiu 'de engel van Calcutta' of 'Moeder Teresa' en kreeg Dom Helder Càmara het etiket 'rode bisschop' opgeplakt. Allemaal bijnamen die de waarheid natuurlijk niet direct geweld aandoen, maar wel enorm versimpelen. Hoewel, in bijnamen schuilt meestal wel een kern van waarheid, ook in die van Dom Helder Càmara.


Dom Helder Càmara (1909-1999), hét symbool van de strijd tegen onrecht en knechting van de arme massa's in Brazilië, werd in het veelvuldig door verwoestende droogte geplaagde noordoosten van dit land geboren in een belezen gezin. Zij vader was journalist en theatercriticus, zijn moeder lerares. En aan de waarschijnlijk beroepsmatige nieuwsgierigheid van zijn vader heeft de latere bisschop van Recife zijn aparte voornaam te danken: Helder, afgeleid van het Nederlandse Den Helder, dat zijn vader al bladerend in een atlas aantrof. Naar later bleek, was het ook een passende naam, want de kleine Helder (ook letterlijk, de bisschop was maar 1,60 meter groot) werd later een licht voor de bewoners van de favella's, de krottenwijken van de Braziliaanse mammoetsteden.



Dit sprak niet vanzelf. Want de 'rode bisschop' heeft zwarte jeugdzonden. In de jaren dertig, hij was toen al tot priester gewijd, voelde hij zich aangetrokken tot het 'integralisme'. Dit was een nationalistische beweging met fascistische trekjes, zoals er toentertijd in de wereld wel meer waren. De rooms-katholieke Kerk van Brazilië wilde echter dat hij zijn energie aan andere zaken zou wijden en hij kreeg de opdracht om godsdienstonderwijs op te zetten in de arme wijken van Rio de Janeiro. En daar vielen hem de schellen van de ogen door de directe confrontatie met de uitzichtloze misère van de arme massa's. Hij werd systeemcriticus.

Hij maakte het zichzelf hiermee niet makkelijk. Zeker tijdens de Koude Oorlog kreeg in het Westen elke kritiek op het bestaande maatschappelijk systeem het etiket subversief of, nog erger, communistisch. Niet alleen in Europa of Noord Amerika, maar ook in het Brazilië van Dom Helder, die in 1952 was opgeklommen tot wijbisschop van Rio. Hij verwierp de simpele tweedeling in 'wij goede kapitalisten' en  'zij slechte communisten' als oorzaak van alle kwaad. Helder Càmara zag de mondiale ellende eerder als een gevolg van de uitbuiting van de armen door de rijken.

En de rest van zijn leven streed hij om dit onrecht te beëindigen. Wij weten inmiddels dat deze strijd nog liet gestreden is. Er zijn nog steeds armen, er zijn nog steeds rijken en het een hangt nauw samen met het ander. En de wil om hier verandering in te brengen, is er ook niet echt, gelet op werkelijke resultaten van de Millenniumdoelstellingen. Maar Dom Helder Càmara heeft die toestand in elk geval wereldwijd aan de schandpaal genageld. Zeker toen hij eenmaal tot bisschop van Recife en Olinda was benoemd, in 1964, bleef zijn boodschap niet meer tot Brazilië beperkt, maar vond over de hele wereld gehoor.

Daar was trouwens moed voor nodig, want de militairen die in hetzelfde jaar in Brazilië de macht grepen, moesten niets van de 'rode bisschop' hebben. Hij was in hun ogen communist, want hij pleitte voor landhervormingen. Er werden aanslagen op zijn leven gepleegd. De bisschop had geluk, naaste medewerkers minder. Zij werden vermoord.

In de jaren zeventig en tachtig, de hoogtijdagen van de bevrijdingstheologie, werd Helder Càmara het boegbeeld van deze stroming. Hij zei zelfs begrip te kunnen opbrengen voor de marxistische guerrillabewegingen, hoewel hij altijd een geweldloze oplossing van de sociale ongelijkheid heeft bepleit. Hij was dan ook omstreden en werd door het Vaticaan met argwaan bekeken. Dat verzocht hem in 1985 als bisschop terug te treden.

De internationale gemeenschap vierde hem echter als een groot man en mens en overstelpte hem met decoraties, lintjes en onderscheidingen. De Nobelprijs voor de Vrede ging aan zijn neus voorbij, evenals de kardinaalshoed. Naar verluidt, omdat hij te omstreden zou zijn. Zijn laatste levensjaren leefde hij teruggetrokken. Maar toch is de wereld hem niet vergeten, als een van de vele kerkelijke voorvechters voor meer gerechtigheid in de wereld.
p.l.