De Oostenrijkse arts Anna Dengel (1892-1980) zou goed als voorbeeld kunnen dienen voor onze samenleving, die zo worstelt met de inbedding van andere culturen. Ze was al multicultureel bezig toen het woord nog niet bestond. Als het moest, trok ze een burkha aan - het alles verhullende gewaad dat vrouwen in sommige islamitische landen moesten en moeten dragen als ze hun huis verlaten - wanneer ze in Brits-Indië op dokterbezoek ging bij zwangere patiënten. Zonder die vermomming had ze deze vrouwen nooit kunnen helpen.


anna_dengel.jpgDeze open en praktische houding tegenover niet-westerse culturen werd mede een van de pijlers van de Societeit van Medical Missionaries (MMS), de door haar in 1925 opgerichte gemeenschap, later congregatie, in Nederland bekend als de Medische Missiezusters. Ruim 75 jaar na de oprichting werken circa zevenhonderd medische missiezusters in, meestal kleinschalige, gezondheidsprojecten in twintig landen over de hele wereld. Een enorme groei als je bedenkt dat Anna Dengel haar gemeenschap is begonnen met één andere vrouwelijke arts en twee verpleegsters.

Het 'mosterdzaadje' van deze mondiale beweging werd geboren in het bergdorpje Steeg im Lechtal, Tirol. Anna Dengel placht dan ook te zeggen: 'Ich stamme vom Ende der Welt'. Ze zou er niet blijven. Ze werd een ware globetrotter, met als doel het evangelie uitdragen door medische zorg te bieden. Voor haar dé manier om gekwetste mensen (weer) heel te maken. Dit is nog steeds de spirituele motor van de medische missiezusters.

Dat Anna Dengel de weg ging die ze later zou gaan, lag niet voor de hand. Ze groeide op in een groot katholiek middenstandsgezin dat zijn brood verdiende met het maken van paramenten: liturgische kerkgewaden of bekleding. Ze kreeg weliswaar een goede scholing, maar medicijnen studeren was in de beginjaren van de 20ste eeuw nog maar voor weinig vrouwen weggelegd. Het toeval wilde echter dat ze de Schotse Dr. Agnes McLaren ontmoette. Deze bezielde vrouwelijke arts zocht een katholiek meisje dat medicijnen wilde studeren en bereid was zich te laten uitzenden naar India. Dat meisje werd Anna Dengel. Ze ging in 1913 medicijnen studeren in Cork, Ierland, dat toen nog Brits was. In 1920 studeerde ze af en vertrok naar Rawalpindi, in toenmalig Brits-Indië.

Daar werd ze geconfronteerd met mensonterende medische toestanden. Ze wilde er iets aan doen en bedacht dat kloosterzusters haar goed zouden kunnen helpen. Maar de kerk stelde zich op het standpunt dat zusters die een eeuwige gelofte hadden afgelegd niet zonder meer in de verpleging konden werken. Dat zou botsen met het kloosterleven. Anna Dengel liet zich niet ontmoedigen. Ze kwam op het idee van een katholieke gemeenschap van mensen met allerlei medische beroepen. De vrouwen die zich bij deze gemeenschap wilden aansluiten, zouden dat doen vanuit een persoonlijke roeping en levenshouding: levend vanuit het Evangelie daar genezend aanwezig zijn, waar dat het meest nodig is.

Om haar idee van de grond te krijgen, verhuisde ze in 1924 naar de Verenigde Staten, waar ze de kans op succes het grootst achtte. Europa was immers verarmd door de Eerste Wereldoorlog. Ze kreeg gelijk. Een jaar later kon ze in een onderkomen rijtjeshuis in Washington DC, met een andere vrouwelijke arts en twee verpleegsters, haar gemeenschap oprichten: de Societeit van de Medische Missie Zusters. Dat was op 10 juni 1925.

De societeit groeide als kool, richtte her en der ziekenhuizen in (nu 48), werd een congregatie (in 1941) en vestigde het generalaat in Rome. In de Eeuwige Stad zou Anna Dengel, die tot op hoge leeftijd bleef reizen en tot 1967, meer dan veertig jaar, háár congregatie strak en met ferme hand bleef leiden, haar eeuwige rust vinden. Ze stierf er in 1985, 88 jaar oud en ligt er begraven op het Duitse kerkhof.
Aan het begin van de 21ste eeuw telden de Medische Missiezusters circa 650 leden, van wie ongeveer honderd Nederlandse. Was in 1967 nog ruim de helft van de zusters van Amerikaanse en een kwart van Nederlandse komaf, in 2002 is 43 procent afkomstig uit Azië. Net als bij andere missiecongregaties komt ook bij de Medische Missiezusters het accent meer en meer op Azië te liggen. Naast 'genezen' zijn ze zich ook gaan toeleggen op het 'helen', het gezondmaken van heel de mens en heel de schepping.
MMS noemt zich tegenwoordig een 'internationale gemeenschap van katholieke zusters die zich bezighouden met gezondheid, educatie, wellness-programma's, de ontwikkeling van vrouwen, zorg voor gerechtigheid, gebed, spiritualiteit, muziek en zang'. In 2010 zijn er nog steeds 625 Medische Missiezusters actief in 23 landen in vijf continenten. Het generalaat is tegenwoordig in Londen gevestigd.