Willibrord (+ 739) en Bonifatius (+754) mogen dan wel degenen zijn die naam hebben Nederland te hebben bekeerd tot het christendom. Limburgers vinden, dat vele jaren eerder in wat nu Maastricht heet, al een bisschop was: Servatius, Sint Servaas. Zijn sterfdag wordt van oudsher herdacht op 13 mei van het jaar 384, drieëneenhalve eeuw voordat Willibrord of Bonifatius vanuit Ierland in de Lage Landen aankwamen.
Maar wie was eigenlijk die Servatius? Wat we met zekerheid van hem weten, is niet zo heel erg veel, menen historici. Veel 'van horen zeggen, veel legende en weinig historisch vaststelbaar. Het begint al met zijn afkomst. Volgens een van de interpretaties uit het verleden zou hij uit Armenië komen, gelegen in het Griekse deel van het Romeinse rijk. Hij heette Serbatios, in het Latijn Servatius; die naam betekent: 'hij die bewaart'. Anderen houden het erop, dat hij waarschijnlijk een telg was uit een belangrijk Gallisch geslacht, uit het huidige Frankrijk dus, zoals in die tijd gangbaar was met bisschoppen. In ieder geval was hij in het midden van de vierde eeuw bisschop van Tongeren, een zeer oude nederzetting met een oude abdij een belangrijk christelijk centrum in de zuidelijke Nederlanden. Hij was er al de tiende bisschop, zegt de traditie.
Hij lijkt meer te zijn geweest dan een kleine lokale bisschop aan de grenzen van het afbrokkelend Romeinse rijk. In vierde-eeuwse bronnen valt te lezen dat bisschop Servatius zeer actief was op enkele kerk-vergaderingen, concilies. Athanasius meldt dat Serbatios een van de bisschoppen was op het concilie van Sardica, nu Sofia, de hoofdstad van Bulgarije. Dat concilie vond in 343 plaats. In 346 neemt hij deel aan een kerkvergadering in Keulen en in 359 in Rimini, in Italië. Op al deze drie concilies is hij een felle bestrijder van het Arianisme, dat de godheid van Jezus ontkende. Geschiedvorsers zijn Servatius ook tegengekomen als diplomaat van keizer Constantius in een officiële delegatie naar een Gallische tegenkeizer.
Servatius had dus een drukke agenda en was vaak op reis om de ketterij van het Arianisme te bestrijden, zo beweren oude bronnen. Terug in Tongeren van een lange reis naar Rome, bleek het kwaad ook in eigen huis welig te tieren. De rijkdom van de stad was de Tongerenaren naar het hoofd gestegen en ze leefden zo in zonde, dat zelfs veel heidenen hun ten voorbeeld gesteld konden worden, zo staat in een oud verhaal. Ze vonden dat hun bisschop veel te streng in de leer was, te vaak weg was en ook nog hun taal niet sprak. Hij werd de stad uitgezet, of pakte volgens andere bronnen zelf zijn bisschoppelijke bullen en de relieken van zijn voorgangers in, en toog naar Maastricht. In 383 werd officieel de bisschoppelijke zetel naar die stad verplaatst, waarmee Maastricht de officiële woonplaats van de bisschop werd en Servatius de eerste bisschop van wat nu Nederland is. Het jaar daarop, in 384, stierf hij er op pinkstermaandag 13 mei en werd zoals toen te doen gebruikelijk, vlak buiten de stad aan de oude Romeinse weg naar Tongeren, begraven.
Wat er ook waar is van zijn levensgeschiedenis, al vlug wordt zijn graf een plek, dat tot wijd in de omgeving bekendheid geniet en pelgrims aantrekt. Bisschop Servatius wordt Sint Servaas, zijn graf een bedevaartsplaats. Anderhalve eeuw later, in de zesde eeuw, wordt er door bisschop Monulphus een stenen kerk boven gebouwd, waarschijnlijk als vervanging van een houten gebouwtje dat nogal eens placht in te storten. In het boek van Gregorius van Tours over belangrijke Frankische kerkmensen neemt Sint Servaas al een markante plaats in. Hoewel het ter plaatse flink kan sneeuwen, blijft op het graf de sneeuw niet liggen, weet hij te vertellen. Als op 13 mei 721, de sterfdag van Servatius, de Karolingische vorst Karel Martel in de slag van Poitiers de Moren weet terug te drijven, moet dat aan Sint Servaas te danken zijn! Hij schenkt de kerk in Maastricht een schitterend altaar. Wat later komt Karel de Grote er vanuit Aken de hulp van de heilige inroepen. Vele groten en kleinen der aarde volgen. In de 11e eeuw wordt begonnen met de huidige Sint Servaaskerk, die het hart wordt van de huidige stad.
Rond die tijd - als Sint Servaas steeds belangrijker wordt voor Maastricht - wordt ook het leven van Sint Servaas naar Middeleeuwse wijze opgepoetst. Het prachtigste heiligenleven is geschreven door Hendrik van Veldeke in de 11e en 12e eeuw. In zijn moedertaal, het Maastrichts. Het is een van de oudste boeken van ons taalgebied. Hij begint met te vertellen dat Servatius zelfs een bloedverwant van Jezus is, een afstammeling van Maria's zuster Esmeria. Eens biddend op het graf van Onze Lieve Heer in Jeruzalem verscheen hem een engel met de boodschap dat hij de nieuwe bisschop van Tongeren moest worden. Diezelfde engel bracht hem ernaar toe. Kromstaf, ring en mijter lagen er op het altaar al op hem te wachten. In de legende staan nog een heleboel meer wonderen om Servaas' grootheid en heiligheid aan te kleden en verhuizing naar Maastricht te verklaren. Volgens Van Veldeke kreeg hij rechtstreeks van Petrus zelfs de zilveren sleutel van de hemelpoort. Je kunt hem nog steeds in de schatkamer van de Sint Servaas bewonderen. Met andere zeer mooie geschenken van dankbare Maastrichtenaren en pelgrims.
Servatius was bisschop van Tongeren, fanatiek en recht in de leer. Maar over Servatius als missionaris en geloofsverkondiger in onze streken weten we eigenlijk niets. Wel dat er in het jaar 350 blijkbaar al sprake was van christenen in en rond Maastricht. Genoeg voor Servatius om er zich als bisschop bij te vestigen. En er na zijn dood in 384 als grote beschermheilige te worden vereerd. De kerstening van zuid Nederland heeft daar ongetwijfeld veel aan te danken! j.b.