Hieronder volgen vieringen uit de Missionaire Agenda voor de veertigdagentijd.
Inleiding
Hieronder vindt u vieringen die in de Missionaire Agenda zijn verschenen.
TAFEL VAN GEMEENSCHAP
· Thema liturgie: Tafel van gemeenschap.
· Een bezinningsbijeenkomst over armoede en rijkdom en de verlangde gemeenschappelijke markt.
· Zeven gebeden uit even zovele landen gekoppeld aan zeven uitspraken van Jezus. Met suggesties voor liederen en een (communie)viering.
Inleiding
Hier volgt een bezinningsbijeenkomst over rijke en arme landen. Een tafel van overvloed of juist niet. In het eerste deel zien we hoe die overvloed met name door de arme landen van het Zuiden wordt aangedragen. Toch mogen zij zelf niet aanzitten en mee eten. Zoals de arme Lazarus in de parabel, moeten zij hongerig voor de poort van de rijke vertoeven. In het tweede deel wordt duidelijk hoe Jezus' opvattingen over tafelgemeen schap heel anders zijn: aan de tafel van Gods Koninkrijk mag geen onderscheid bestaan tussen rijk en arm, tafelgasten en bedienend personeel. In het derde deel wordt uitdrukking gegeven aan het feit dat in christe nen dezelfde gezindheid moet leven als in Jezus. De aanwezigen worden uitge nodigd om iets van die gezindheid onder woorden te brengen. Daarna kan in het vierde deel tenslotte met recht worden gegeten van de gemeenschappe lijke tafel, die nu een symbool is van eenheid.
Opening door de voorganger:
Wij zitten hier rondom een gemeenschappelijke tafel. Een wel voorziene dis. De rijkdom van de hele wereld wordt er op uitge stald. Het zijn vooral de volke ren uit het Zuiden die bijdragen aan deze overvloed. Toch mogen zij zelf niet aanzitten en mee eten. Zoals de arme Lazarus, moeten zij hongerig buiten de poorten van de rijke blijven.
ZEVEN GEBEDEN
1. Gebed uit Azië
Gewonde Christus,
wiens lichaam op het kruis
de muren brak die mensen scheidt.
Help ons de machten ontmaskeren die muren bouwen.
Help ons de ontwikkelingsplannen ontmaskeren
die mensen in ketens houden.
Help ons de machtsblokken ontmaskeren
die slechts hun eigen belangen nastreven.
Help ons de structuren ontmaskeren
die de heerschappij in stand houden
van enkelen boven velen.
Help ons de politiek ontmaskeren
die uit is op een onrechtvaardige verdeling
van kennis, macht en beloning.
(Aziatische Raad van Kerken)
(Textiel, een Aziatisch exportartikel, wordt aangedragen en als kleed over de tafel in het midden gelegd. Er kan een lied worden gezongen, bijvoorbeeld: het lied van het brood, GvL 457.
2. Gebed uit Chili
Vandaag verhef ik mijn stem tot U, Heer.
Vandaag hef ik mijn handen naar U op,
die ruw zijn van het harde werken.
De machtigen van deze aarde belagen ons,
met hun hebzucht hebben ze ons in hun greep.
Zie naar ons om, Heer!
Zelfs ons loon onthouden ze ons.
Maar U, Heer, hebt ons laten zien,
dat ook wij waarde hebben.
Als arbeider bent U tot ons gekomen.
In Jezus die in Nazaret heeft gewerkt,
die als werker voor gerechtigheid en vrede
aan het kruis genageld werd.
Heer, dat geeft ons moed en hoop.
Dat geeft ons de kracht verder te gaan
op de weg van de vrede.
We vertellen dat onze kinderen
en vieren Uw gerechtigheid.
(Esteban Gumucio)
(Uit Chili wordt een grote mand groenten en fruit aangedragen en op tafel gezet)
3. Gebed uit Ghana
O God,bescherm de volkeren tegen hun leiders.
Maak ze bescheiden,open hun ogen,
opdat ze zullen zien
dat materiële vooruitgang niet gelijkstaat
met geestelijke vooruitgang.
Open de ogen van de leiders
opdat ze zullen waarderen
de muziek van de drums
en de poëzie van de moeders.
(Okot p'Bitek)
(Uit Ghana wordt een schaal met cacao en/of chocola op tafel gezet)
4. Gebed uit Sri Lanka
Wat hebt u te zeggen, God?
Wat bent U met ons van plan?
Tienmaal tien jaren van ons leven zwoegden we op theeplantages
en smeekten we om gerechtigheid.
Maar al ons geploeter was vergeefs.
Wat zegt U daarop, God?
Zeg ons: wat hebt U ons te bieden?
Als import werden we naar deze kust gebracht,
als waardeloos nu weer teruggestuurd.
Het was ons zweet dat rijkdom bracht.
kampen zitten wij nu, rechteloos.
Wat zegt U daarop, God?
Zeg ons: wie is Uw volk?
Een nieuw leven beloofden ze, om ons te lokken,
maar wat we zagen waren graven.
Al onze hoop is heen, ons spaargeld op.
Wij zijn ten einde raad.
Wat zegt U daarop, God?
Wat bent U met ons van plan?
(P.Mookan)
(Vanuit Sri Lanka kan een schaal thee(bladeren) of een kan thee(drank) op tafel worden gezet)
5. Gebed uit Brazilië
Vader,
bidden voor de rijken?
Vanwaar dat raar idee?
Was Jezus, jouw zoon en onze broeder
niet keihard tegen rijken?
Menselijkerwijs gesproken
zijn ze onverbeterlijk en hopeloos.
Maar Jezus voegde eraan toe,
dat niets onmogelijk is voor U,
wat mensen ook mogen denken.
Help allen die zich verrijken.
Overtuig hen,
dat de beste erfenis voor hun kinderen
een levend voorbeeld van rechtvaardigheid is,
een open hart en een open hand.
Maak dat ze inzien,
dat geld verdienen dienen is.
(Dom Helder Camara)
(Vanuit Brazilië wordt een schaal met koffiebonen of een pak koffie op tafel gezet)
6. Gebed uit Afrika
Heer, de volken van de vrije wereld,
wij klagen hen hier aan.
Wij roepen het in alle landen,
maar niemand heeft er oren naar.
Ze hebben belangrijker zaken aan hun hoofd,
de volken van de vrije wereld.
Ze vliegen naar de maan,
ze hunkeren naar de sterren.
Help ons! schreeuwen wij,
help ons in onze nood!
De rijke wereld heeft geen oren
naar ons klagen.
De volken van het Westen
hebben belangrijker zaken aan hun hoofd.
Schud hen wakker, Heer,
dat zij ons horenen helpen in onze nood.
(Anoniem)
(Vanuit Afrika wordt een mand met bananen, mango's en andere tropi sche vruchten op de tafel gezet)
7. Gebed van vluchtelingen
Verloren in de stormen
op de open zeeën
drijft onze kleine boot.
Wij zoeken naar land
in dagen en nachten zonder eind.
Wij zijn als het schuim op de oceaan.
Wij zijn als stof dat zweeft in de ruimte.
Onze noodkreet verwaait in het huilen van de wind.
Zonder voedsel, zonder water,
liggen onze kinderen daar,
uitgeput en mager
totdat ze nooit meer huilen.
Wij zien uit naar land,
maar worden teruggestuurd van elke kust.
Onze noodsignalen zijn vergeefs,
veel schepen varen door.
Hoeveel bootjes zijn er al vergaan?
Hoeveel gezinnen al begraven in de golven?
Heer Jezus, luistert U naar ons gebed?
Heer Boeddha, hoort U onze noodkreet?
Medemensen, horen jullie onze stem
vanuit de afgrond van de dood?
Vaste oever,wat verlangen wij naar jou.
(Anoniem)
(Vanuit Azië wordt een schaal met rijst op de tafel gezet)
Voorganger
Een gemeenschappelijke tafel betekent niet automatisch een tafel van gemeen schap. Integendeel: soms wordt er zelfs een tweedeling door veroorzaakt. Tussen degenen die aan tafel mogen zitten en anderen die bedienen. Tussen Noord en Zuid in de wereld. Tussen rijk en arm in eigen land. Jezus' visie was een totaal andere.
ZEVEN UITSPRAKEN VAN JEZUS
1. Er staat geschreven: 'Niet van brood alleen leeft de mens, maar van alles wat uit de mond van God voortkomt.' (Matteüs 4,4)
(De bijbel wordt op de tafel gelegd. Ook hier kunnen de navolgende teksten worden afgewisseld met een evangelie-acclamatie, refrein of lied.)
2. Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien. Ze werken niet en ze spinnen niet. Toch zeg Ik u: Zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Als God nu het veldgewas dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen?(Matteüs 6,28-30)
(Bloemen worden op de tafel gezet)
3. Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is. (Matteüs 5,14.16)
(Een brandende kaars wordt op de tafel gezet)
4. Toen ze in Jeruzalem kwamen, ging Hij naar de tempel en begon de kopers en verkopers het tempelplein af te jagen. En Hij gaf hun als verklaring: 'Staat er niet geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd voor alle volkeren? Maar gij hebt er een rovershol van gemaakt.' (Marcus 11,15.17)
(Een schaal met brandende wierook wordt op tafel gezet)
5. Werkt niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft om eeuwig te leven en dat de Mensenzoon u zal geven. Op Hem immers heeft de Vader, God zelf, zijn zegel gedrukt. (Johannes 6,27)
(Brood wordt op de tafel gezet)
6. De koningen van de volkeren oefenen heerschappij over hen uit en hun macht hebbers laten zich weldoeners noemen. Zo moet gij niet doen, maar wie onder u de voornaamste is, moet als de jongste wezen, en wie bevelen geeft als iemand die dient. Wie immers is de grootste: wie aan tafel zit of wie be dient? Toch wie aan tafel zit! welnu, Ik ben onder u als degene die bedient. (Lucas 22,25-27)
(Wijn wordt op de tafel gezet)
7. Dit is mijn gebod, dat gij elkander lief hebt, zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. (Johannes 15,12-13)
(Kruisbeeld wordt op de tafel gezet)
Voorganger:
We hebben geluisterd naar een aantal wensen van Jezus. Wat zijn echter onze eigen wensen, plannen, voornemens, met het oog op een groeiende gemeenschap in Nederland, in Europa, in de wereld? Wie dat wil, kan die nu voor zichzelf opschrijven.
De beschreven papieren worden opgehaald en voorgelezen. Tenslotte worden ze op de tafel gelegd. Daarbij kan het volgende lied worden gezongen:
Lied
Wie breekt er ooit de muur af
die mensen van elkander scheidt,
die hen vervreemdt, beangstigt
en opsluit in hun eenzaamheid?
Wie waagt die wint,
die vraagt die vindt:
maar wie begint?
Wie breekt er ooit van binnen
als mensen maar verloren gaan
en oorlog hen vernietigt:
wat hebben zij voor kwaad gedaan?
Wie spreekt er ooit de woorden
waardoor de harten opengaan
en wij elkander vinden,
als nieuwe mensen verdergaan?
Wie zoekt er ooit naar vrede
die eigen welvaart tegenstaat
maar het geluk van allen
vergroot en tot een weldaad maakt?
Wie zal er ooit geloven
dat hij de vrede vinden kan
die heel zijn leven prijsgeeft
voor het geluk van alleman?
(tekst: Henk Jongerius; muziek: Ton van Erp.
Uit: Bijbels Liedboek, uitgave KBS, 1971)
Desgewenst kan nu de eucharis tie worden gevierd. Of een andere viering plaatsvinden. Hieronder een voorbeeld van een agapè.
Lied
Brood op tafel: 'n hand gevuld
met wat in het leven geen uitstel duldt:
eten en drinken, iedere dag,
gewoon wat een mens niet ontbreken mag.
Beker met wijn, 'n vreugdedrank
voor armen en kleinen, voor zwart en blank:
broederschap drinken met iedereen
want wie houdt het uit moederziel alleen?
Woorden horen, 'n man die sprak
en zich in zijn leven tot voedsel brak:
kom om te eten, drink van de wijn,
laat dit een bewijs van mijn liefde zijn.
tekst: Henk Jongerius, muziek: English Hymnal.
Uit: Bijbels Liedboek, uitgave KBS, 1971)
Andere mogelijke liederen:
"Het brood in de aarde gevonden", GvL 457.)
"Zolang er mensen zijn op aarde", GvL 567.).
Gebed
Wij geloven dat alle mensen kinderen van God zijn
en daarom waarde en waardigheid hebben.
Allen zijn welkom om te delen in dit liefdesmaal.
De menselijke scheidingen van ras en geslacht,
van seksuele geaardheid, klasse of geloof
gelden hier niet.
Terwijl wij ons gereed maken om het voorbeeld van Jezus te volgen,
willen wij ons geloof bevestigen:
Zusters en broeders, laten wij onszelf opnieuw opdragen zo te leven,
dat gerechtigheid zal stromen als water,
dat vrede werkelijkheid zal worden,
dat de waardigheid van ieder mens zichtbaar wordt.
Laten wij een verbond sluiten met elkaar
om te proberen een nieuw begin te maken.
Laten wij plechtig verklaren
dat wij in vrede willen leven
met allen die van goede wil zijn.
Wij willen vrede sluiten met alle mensen.
Wij verklaren dat onze veiligheid niet berust op bewapening.
Wij streven naar een rechtvaardige economische orde
waarin iedereen toegang heeft tot de overvloed van de aarde.
Wij streven naar gerechtigheid in menselijke relaties
gevoed door wereldwijde solidariteit.
Wij onderschrijven gerechtigheid voor allen.
Wij verkiezen strijd boven onverschilligheid.
Wij verkiezen vrienden te zijn van de aarde en van elkaar,
geen uitbuiters.
Wij verkiezen burgers te zijn en geen onderdanen.
Wij verkiezen vredestichters te zijn
maar geen bewaarders van de lieve vrede.
Wij kiezen voor leven voor de hele schepping.
Wij voegen ons bij zusters en broeders in de hele wereld.
Wij voegen ons aaneen tot gemeenschappen van verzet
tegen de dreiging van honger, onrecht en vernietiging.
Wij verenigen ons om de krachten van de dood te weerstaan.
Vandaag worden wij voor de keus gesteld:
het leven of de dood.Wij kiezen voor het leven
opdat wij en onze kinderen mogen leven.
door Warren Talbot e.a. (Australië)
Uit: 'In zusterschap. Teksten van vrouwen wereldwijd verzameld',
red.: H. Hooyman, G. Luypers-de Man,
uitgave: Protestantse Stichting tot bevordering van het bibliotheekwezen en de lectuurvoorlichting in Neder land, 1989.
De teksten in het gedeelte "Zeven gebeden" zijn alle genomen uit Wereld wijd Brevier, deel 1 en 2.
uitgave: BijEEN, 's-Hertogenbosch, 1983 en 1986.
VROUWEN WIJZEN DE WEG
- Thema viering: vrouwen wijzen de weg
- Bezinningsbijeenkomst in de Veertigdagentijd.
- Hongerdoek Bijbelse Vrouwen.
Inleiding
De hier volgende overwegingen zijn gemaakt bij de afbeeldingen van het Honger doek 'Bijbelse vrouwen'. De Indiase kunstenares Lucy d'Souza heeft op dit doek de verhalen van zeven bijbelse vrouwen afgebeeld, hun verwachting, hun strijd, hun vreugde. Tegelijkertijd wordt in de afgebeelde personen iets zichtbaar van het dagelijks leven van vrouwen uit het Zuiden in het algemeen en van Indiase vrouwen in het bijzonder. Vooral ook de belangrijke rol die zij in het ontwik kelingswerk spelen komt naar voren. Ook degenen die niet in de gelegenheid zijn om het hongerdoek aan te schaffen, kunnen van de onderstaande teksten een vruchtbaar gebruik maken. Op de eerste plaats natuurlijk in ongewijzigde vorm, tijdens een bezinningsbij eenkomst. Maar ook door gedeelten te gebruiken tijdens andere vieringen in de Veertigdagentijd.
In deze bezinningsbijeenkomst wordt gebruik gemaakt van een menora of zeven armige kandelaar. De menora stond in de Joodse tempel, totdat deze door de Romeinen werd geplunderd en verwoest. Op de triomfboog van Titus in Rome is te zien hoe de menora als buit werd meegevoerd. Bij een overweging over zeven bijbelse vrouwen als lichtende voorgangers lijkt het ontsteken van de lichten van de menora een toepasselijke symboliek.
De meeste liederen die gesuggereerd worden voor deze bezinningsbijeenkomst, komen uit de bundels Eva's Lied en Alles wordt nieuw. Deze bundels werden uitgegeven door respectievelijk uitgeverij Kok te Kampen en uitgeverij Callenbach te Nijkerk. U kunt natuurlijk ook voor andere passende liederen kiezen.
Openingswoord
Gods woord en werk gebeurt door mensen. Zij laten ons een glimp van God zien. Zij zijn zelf weer lichten op het pad van medemensen. De Bijbel heeft ons vooral mannenverhalen doorgegeven. Maar Gods werk wordt ook door vrouwen voortgezet. Daarvan getuigen vele, soms vergeten verhalen uit de bijbelse traditie.
Verhalen over vrouwen zonder naam. De vrouw die Jezus kleed aanraakt en genezing vindt. De vrouw uit Samaria die getuige wordt van Jezus' Messias zijn. De Kananese vrouw die omwille van het leven van haar dochter niet moe wordt Jezus op zijn zending te wijzen. De vrouwen in de verhalen van Jezus: beelden van Gods Koninkrijk dat komen moet.
Maar er zijn ook vele vrouwen met een naam en een duidelijk gezicht. Sara, de stammoeder, die Israël doet uitgroeien tot een volk zo talrijk als de sterren aan de hemel. Mirjam, de profetes, die Gods bevrijding viert. Sifra en Pua die zich durven verzetten tegen de machtige Farao. Ruth en Noëmi die iets zichtbaar maken van Gods eeuwige trouw. Maria, de moeder van Jezus, die zingt over God als bondgenoot van arme en kleine mensen. Maria Magdalena, de eerste getuige van Jezus' verrijzenis.
Ook nu nog getuigen vrouwen over de hele wereld van Gods scheppende en leven wek kende kracht. In situaties van geweld en dood blijven zij de behoed sters van leven. Ondanks doodsbedreiging blijven zij opkomen voor het leven van wie hen dierbaar zijn. Want leven is voor hen sterker dan de dood. In onze dagen heten zij Rigoberta, Teresa, Domitila, Nawal, Dorothee. Maar ook nu weer zijn de meesten ons niet met name bekend.
Om deze vele vrouwen te gedenken, komen we hier samen. En we vragen God dat zij lichtende wegwijzers mogen zijn op ons pad.
Lied
Gekende zusters
Uit: Eva's Lied II, nr.1
1 LEVENSKRACHT
Bijbel
Jezus zei: 'Waarop gelijkt het Koninkrijk Gods, waarmee zal ik het vergelij ken? Het gelijkt op een mosterdzaadje, dat iemand in de tuin zaaide; het groeide en werd een grote boom en de vogels uit de lucht nestelden in de takken.' Hij zei ook nog: 'Waarmee zal ik het Rijk Gods vergelijken? Het gelijkt op gist, die een vrouw in drie maten bloem verwerkte, totdat deze in hun geheel gegist waren.' (Lucas 13,18 -20)
Overweging
Vrouwen maken de helft van de wereldbevolking uit. Ze doen 7/10 van alle arbeid en ontvangen daarvoor 1/10 van alle inkomsten. De Indiase dichteres Amrita Pritam zegt daarover: De arbeid van de vrouw is onzichtbaar, onhoorbaar, onbetaald, onderbetaald en niet erkend. Dat is zo wat haar werkzaamheden in en om het huis betreft. Onbetaalde arbeid wordt niet geteld. Een Afrikaanse vrouw bijvoorbeeld doet 75 % van het werk op het land en 95% van het huishoudelijk werk, en toch zal haar man zeggen: Mijn vrouw? Die werkt niet. Maar ook bij betaalde arbeid zijn vrouwen er gewoonlijk slechter aan toe dan mannen. Vrouwen in de landen van het Zuiden vindt men vooral in laaggeschoold werk. En dan krijgen ze ook nog voor hetzelfde werk veel minder betaald dan mannen.
Die discriminatie wordt voortgezet op heel veel andere gebieden. Bijvoorbeeld dat van onderwijs en vorming. Meisjes naar school sturen? Weggegooid geld! Ze trouwen immers toch en dan moeten ze in huis werken. Een veel gehoorde redenering. Maar Julius Nyerere, oud-president van Tanzania heeft ooit gezegd: 'Geef je een jongen onderwijs, dan voed je een persoon op; geef je een meisje onderwijs, dan onderricht je een land'.
We zien dat dan ook gebeuren op talloze plaatsen in het Zuiden: dat vrouwen de stimulans en drager zijn van de ontwikkelingen. Zij zijn de bezielende kracht achter allerlei sociale organisaties in wijk en dorp. Organisaties die bedoeld zijn om het leven van de gemeenschap nieuwe kansen te geven. Vrouwen in buurt comités. Vrouwen in basisgemeenschappen. Tegen de verdrukking in. Vaak met de dood bedreigd, door machthebbers van boven en terroristen van onderen. Maar ze gaan door. Gedragen door een onverwoestbaar geloof in leven en toekomst.
Werkend in het verborgene, van binnenuit, maar met een onuitroeibare levens kracht.
Zoals het kleine klompje gist, dat heel de logge meelmassa doet rijzen en tot leven brengt.
Zoals het kleine zaadje, dat wegen en rotsen kan doen splijten om uit te groeien tot een boom waarin plaats is onder de zon voor iedereen.
Gebed
Terwijl de eerste kaars van de menora, de zevenarmige kandelaar wordt ontsto ken, wordt gezegd:
Vrouw van het gist en het kiemende zaad:
wees een licht van levenskracht op onze weg.
Lied
Wil je wel geloven dat het groeien gaat
Uit: Alles wordt nieuw III, nr. 9
of: Lied van het zaad
Uit: Eva's Lied, nr. 37
of: Het lied van alle zaad
Uit: Randstadbundel, nr. 274
2 BEVRIJDING
Bijbel
Toen de paarden van Farao, met de wagens en de wagenmenners, in de zee gekomen waren, liet Jahwe de wateren van de zee over hen terugvloeien. Maar de Is raëlieten waren over de droge bedding gegaan, midden in de zee. En Mirjam, de profetes, een zuster van Aäron, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en spelend op de tamboerijn. Mirjam zong het refrein: 'Zing voor Jahwe, want Hij is de hoogste; paard en berijder dreef Hij in zee'. (Exodus 15,19 -21)
Overweging
Farao, paarden en wagenmenners. Het is een vertrouwd beeld door heel de mensen geschiedenis heen. Het beeld van mannen die de macht hebben en alles wat daar een gevaar voor schijnt te zijn, willen onderdrukken en uitroeien, te vuur en te zwaard. De namen van mannen staan vereeuwigd op gedenkplaten van brons en steen. Hun jaartallen staan in de geschiedenisboeken. Hun standbeel den staan op de marktpleinen in de landen van het Zuiden en van het Noorden. Liefst te paard. Liefst met wapenrusting aan. Liefst met veren op de hoed. Pauwen en kalkoense hanen.
Zelfs in kerkelijke kringen kan men soms het argument horen: De apostelen waren toch mannen! Een argument om vrouwen op hun plaats te wijzen en te houden. Want vrouwen zijn machtelozen zonder stem.
Maar zoals Mirjam en haar zusters eens hun stem verhieven aan de oevers van de Rode Zee om te zingen van bevrijding, zo doen ontelbare vrouwen het heden ten dage na. Ze geloven niet langer dat God geprezen wil worden door mannen stemmen alleen. Ze leggen zich niet langer neer bij een wereld die zou bestaan uit heersers en slavinnen. Zij geloven in een bevrijd volk in een land van vrede. Een land waar het goed toeven is voor vrouwen, kinderen en... mannen.
Gebed
Terwijl de tweede kaars wordt ontstoken:
Mirjam: wees een licht van bevrijding op onze weg.
Lied
Door de Rietzee
Uit: Eva's Lied II, nr. 8
of: Het lied van Mozes en Mirjam
Uit: Alles wordt nieuw I, nr. 9
3 VERZET
Bijbel
Ook richtte de koning van Egypte zich tot de Hebreeuwse vroedvrouwen - de een heette Sifra, de andere Pua - en sprak. 'Wanneer jullie de Hebreeuwse vrouwen helpen bij de bevalling, let dan goed op het geslacht van het kind; is het een jongen, dan moet je hem doden, is het een meisje, dan moet je het laten leven'. Maar de vroedvrouwen vreesden God en gaven geen gehoor aan het bevel van de koning; ze lieten de jongens in leven. (Exodus 1,15 -17)
Overweging
Vrouwen in verzet om het leven te beschermen tegen dictatoriaal geweld. Een oud verhaal. Maar het komt steeds terug. Overal waar mensenrechten met voeten worden getreden. We zien de Dwaze Moeders voor ons op het Plaza de Mayo in Buenos Aires. Hun stille tochten zijn nog steeds een protest. Ze willen weten wat er gebeurd is met de 30.000 Argentijnen die zomaar van de aardbodem lijken te zijn verdwenen. Hun mannen, zonen, doch ters. Ze dragen foto's bij zich van hun verdwenen fami lieleden.
Hun acties hebben ook als een voorbeeld gewerkt voor vrouwen in andere landen waar mensen zo maar verdwenen zijn. Zo zijn groepen Dwaze Moeders ontstaan in landen als Chili, Uruguay, Guatemala, Filippijnen, Sri Lanka.
Tijdens een bijeenkomst samen met Europese solidariteitsgroepen in de kathedraal Notre Dame te Parijs legde een groep Dwaze Moeders de volgende verkla ring af: Overal waar iemand verdwenen is, staat er een moeder, staat er een familie lid op, die het leven van de verdwenene voortzet, en die navraag doet, hopeloos en toch koppig volhoudend. Daarom verheffen wij binnen deze muren, die al zoveel smeekbeden gehoord hebben, onze stem: dat de verdwenen mannen en vrouwen van ons land en van de hele wereld weer levend zullen verschij nen.
Gebed
Terwijl de derde kaars wordt ontstoken:
Sifra en Pua: wees een licht van verzet op onze weg.
lied
Zing van de vrouwen
Uit: Eva's Lied II, nr. 4
of: Genade
Uit: Eva's Lied II, nr. 5
of: Het lied van de dwaze moeder
Uit: Eva's Lied II, nr. 31
4 SOLIDARITEIT
Bijbel
Ruth wierp zich diep gebogen voor Boaz ter aarde en zei: 'Waaraan heb ik het verdiend dat u zo goed voor mij bent? Ik ben toch maar een vreemdeling.' Boaz gaf haar ten antwoord. 'Er is mij uitvoerig verteld wat je na de dood van je man allemaal voor je schoonmoeder gedaan hebt; vader, moeder en geboorteland heb je verlaten om naar een volk te gaan dat je tevoren onbekend was. Jahwe, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht gezocht hebt, moge je dat vergelden en niets laten ontbreken aan je loon.' (Ruth 2,10 -12)
Overweging
Het boek Ruth is een van de kleinste boeken uit het Oude Testament. Het vertelt dan ook niet over oorlogen van mannen, maar over solidariteit van vrouwen. Ruth en Noëmi, twee vrouwen van verschillend volk, beloven elkaar in een periode van eenzaamheid en armoede trouw te blijven tot in de dood. Ze zijn alles kwijt: hun familie, hun bezit. Ze hebben alleen nog elkaar. Samen proberen ze te overleven. En juist doordat ze elkaar niet loslaten, ontstaat er voor hen een nieuwe toekomst. Hun trouw roept ook in de mannenwereld om hen heen - de wereld van de rijke grondbezitter Boaz en zijn knechten - het beste wakker: gastvrij heid en verantwoordelijkheidsbesef.
Het is een beeld van wat we nog steeds om ons heen kunnen zien, met name in de landen van het Zuiden.
Vrouwen die de verantwoording nemen voor nieuwe vormen van solidariteit, terwijl de mannen het allang hebben laten afweten. Vrouwen die de handen ineen slaan, over familie- en landsgrenzen heen. In een gezamenlijke strijd voor een stukje grond, betere woningen, voldoende voedsel, onderwijs en gezondheid voor hun kinderen. Door hun verbondenheid staan ze sterk en weten ze zelfs vaak een vonk van enthousiasme over te laten slaan naar de mannenwe reld om hen heen.
Ook in onze eigen samenleving zijn vrouwen meestal de drijvende kracht van solidariteitsbewegingen binnen en buiten de kerk. Om grenzen te overschrij den en barrières neer te halen.
Gebed
Terwijl de vierde kaars wordt ontstoken:
Ruth en Noëmi: wees een licht van solidariteit op onze weg.
Lied
Lied van Ruth
Uit: Eva's Lied, nr. 6
of: Ruth
Uit: Alles wordt nieuw IV, nr. 5
5 BEWUSTWORDING
Bijbel
Maria sprak: 'Mijn hart prijst hoog de Heer, van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienst maagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig, omdat aan mij zijn wonderwerken deed, die machtig is, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen.' (Lucas 1,46 53)
Overweging
De kern van iedere bevrijding bestaat in de bewustwording van de armen zelf: dat zij weer gaan geloven in hun eigen waarde en in hun eigen kracht. Hoe vaak zijn armoede en vernedering niet afgeschilderd als Gods heilige wil? Hoe vaak is God niet juist aan de armen voorgehouden als instandhouder van de bestaande machtssituatie? Een onderdrukkingsmiddel, efficiënter dan zwepen of geweren.
Maria in haar Magnificat toont zich bewust geworden van het tegendeel. Macht hebbers stoot Hij van hun troon; kleine mensen verheft Hij! God kiest partij en staat aan de kant van de machtelozen.
Na en met Maria zijn vele arme vrouwen tot deze bewustwording gekomen. Juist vrouwen, omdat zij dubbel worden onderdrukt en vernederd: als arme en als vrouw.
Zoals een arme vrouw in een Braziliaanse basisgroep het uitdrukt: 'Ik denk dat God zijn zoon zo arm liet worden', net zo arm als wij 'om ons te laten ontdek ken dat we zelf belangrijk zijn. Niet om het aan onze bazen te laten zien, maar aan onszelf!'
Of met de woorden van een Filippijnse vrouw, arbeidster op de suikerrietvel den van het eiland Negros: 'Tien jaar geleden was het enige dat ik wist te zeggen: 'Ja baas, ja baas'. Toen ben ik bij de basisgroep gegaan. Ik heb geleerd dat ik iets waard ben. Het is niet waar dat er nooit iets verandert. Ik ben veranderd en dus zal het leven hier veranderen!'
Gebed
Terwijl de vijfde kaars wordt ontstoken:
Maria: wees een licht van bewustwording op onze weg.
Lied
Het lied dat Maria zong
Uit: Eva's Lied II, nr. 15
6 VOLHARDING
Bijbel
Jezus trok zich terug naar de streek van Tyrus en Sidon. Op een gegeven ogenblik trad een Kananese vrouw afkomstig uit dat gebied naar voren, luid roepend: 'Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is van een duivel bezeten en wordt verschrikkelijk gekweld.' Maar Hij gaf haar in het geheel geen ant woord. Toen wendden zijn leerlingen zich tot Hem met het verzoek: 'Stuur die vrouw toch weg, want zij blijft ons achterna roepen.' Hij antwoordde: 'Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden.' Maar de vrouw kwam naderbij, wierp zich voor zijn voeten neer en zei: 'Heer, help mij!' Hij gaf haar ten antwoord: 'Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is aan de honden te geven'. 'Wel waar, Heer', sprak zij, 'want de honden eten immers toch ook de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen.' Daarop zei Jezus haar: 'Vrouw, gij hebt een groot geloof! Uw verlangen wordt ingewilligd.' En van dat ogenblik was haar dochter genezen. (Matteus 15,21 -28)
Overweging
In grove bewoordingen wijst Jezus de vrouw af. Hij zegt dat zij geen kind is, zoals de joden, maar een hond, een niet-joodse, een heidense, en dat daarom het brood van God niet voor haar is. Maar zij loopt niet moedeloos of woedend weg. Ze vecht terug, taai en volhardend. Een moeder voor haar zieke kind. Totdat Jezus zich gewonnen geeft.
Een geschiedenis van alle tijden. En zeker van de onze, waarin vrouwen van vele culturen opbotsen tegen de Westerse cultuur, die hun het recht op brood ontzegt. Ze kloppen aan bij de loketten van vele instellingen: bankgebou wen, zieken huizen, scholen, asielcentra. Tevergeefs. Wij gooien ons brood niet voor de honden. Wij hebben al genoeg eigen monden te voeden. Daarom staan overal grenspa len en barrières opgericht. Van vooroordelen, bureaucratie, han delsbeperkingen, schuldencrisis. Het hemd is nader dan de rok.
Maar de vrouwen geven niet op. Ze vechten door met taaie volharding. Zelfs waar mannen het niet langer kunnen aanzien en wegvluchten. Vrouwen vluchten zelden of nooit. De verantwoordelijkheid voor de toekomst van hun kinderen houdt hen staande. De verantwoordelijkheid voor het leven dat zij hebben gebaard en dat zij in stand willen houden.
Gebed
Terwijl de zesde kaars wordt ontstoken:
Kananese vrouw: wees een licht van volharding op onze weg.
Lied
Doorbraak, lied van de Syro-Phenicische vrouw
Uit: Eva's Lied II, nr. 17
7 GELOOF
Bijbel
Nadat Jezus in de vroege morgen van de eerste dag van de week verrezen was, verscheen Hij het eerst aan Maria Magdalena, uit wie Hij zeven duivels had uitgedreven. Deze ging het vertellen aan hen die zijn metgezellen waren geweest en nu rouwden en weenden. Maar toen die hoorden, dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden ze het niet. (Marcus 16,9 -11)
Overweging
Maria Magdalena en de andere vrouwen bij het graf: ze getuigen van geloof in toekomst en leven, terwijl hun omgeving zich al heeft neergelegd bij dood en einde. Het woord van de vrouwen brengt uiteindelijk ook de bange mannen weer bij elkaar in nieuwe gemeenschap. Sommige apostelen sputteren nog wat tegen, zoals de ongelovige Thomas in het Johannes-evangelie: 'Eerst zien en dan pas geloven. Eerst met mijn eigen vingers Jezus' wondetekens kunnen aanraken'.
We herkennen dat: eerst bewijzen, liefst wetenschappelijk. Liefst met onomstotelijke experimenten onderbouwd. Maar zo werkt leven niet. Dat ontstaat niet door wetenschappelij ke bewijzen. Het ontstaat door het geduldig geloof van mensen die eraan durven werken, zonder de uitkomst helder te zien. Dat geloof in leven en toekomst zien we bij veel vrouwen in het Zuiden terug. We zien het ook in eigen land, waar vrouwen vaak de dragende kracht zijn van heel veel groepen binnen en buiten de kerk: groepen van missie, ontwikkeling en vredeswerk, milieugroepen, wereldwinkels, groepen rond antiracisme en mensen rechten. Vrouwen zijn in die groepen meestal overver tegenwoordigd. Zij brengen het steeds weer op om te geloven tegen alle verdruk king in. In een wereld van succesformules en grootschaligheid brengen zij het geduldig vertrouwen op in gemeenschap die langzaam moet groeien van onderop.
Gebed
Terwijl de zevende kaars wordt ontstoken:
Maria Magdalena: wees een licht van geloof op onze weg.
Lied
Maria Magdalena - apostel apostelorum
Uit: Eva's Lied II, nr. 24
of: Klein Paaslied
Uit: Eva's Lied, nr. 23
of: Pasen
Uit: Eva's Lied II, nr. 22
IN GESPREK BIJ DE BRON
- Thema Liturgie: In gesprek bij de bron' (Joh. 4)
- Bezinningsbijeenkomst over de positie van vrouwen in Afrika, Azië en Latijns Amerika.Met meditaties over vrouwen in Afrika (Kenia), Latijns Amerika (Colombia) en Azië (India), gebeden en gedichten uit die continenten en liederen.
- A-jaar
Liturgische entourage
Centraal in de liturgische ruimte staan drie statieven met elk een poster-foto van een of meerdere Vastenaktie-projecten. Ook mogelijk zijn drie witte postervellen waarop in contouren de lijn getekend is van een van de drie zuidelijke continenten; in detail is daarin een kleinere foto uitgespaard van een vrouw met pijl verwijzend naar de stip waar het project zich bevindt. Daarvóór staat in het midden een tafeltje met daarop gedrapeerd een kleed uit Azië, Afrika of Latijns Amerika en daarop bij voorkeur een grote ronde aardewerk-schaal. Verdere benodigdheden: drie kruiken, half-vol met water.
Het volgende concept voor een bezinningsbijeenkomst is gebaseerd op het evangelieverhaal van het derde weekend in de Veertigdagentijd (Joh.4: de Samaritaanse vrouw bij de bron). De bezinningsdienst kan tijdens het betreffende weekend als één geheel gevierd worden, eventueel afgesloten door een dienst aan de tafel; het liturgisch schema biedt ook mogelijkheden voor varianten op drie verschillende bezinningsmomenten of door gebruik te maken van losse elementen uit het geheel. Gebruik verschillende stemmen.
Openingswoord
Water: een van de vier oerkrachten van de aarde, die leven en vrucht baarheid brengen, maar ook dood en vernietiging. We raken steeds meer door drongen van de noodzaak om te strijden voor veilig en gezond water. Rivieren raken vervuild door ons giftig afval. Per dag overlijden in onze wereld 70.000 mensen als gevolg van besmet drinkwater. Immers, 80% van alle ziekten in de ontwikkelingslanden heeft te maken met vervuild water. Juist de armsten in onze wereld - en daarbij gaat het toch om meer dan 2 miljard mensen - hebben geen toegang tot veilig drinkwater en een gezonde leefomgeving.
Met name aan vrouwen is in het verre Zuiden de zorg voor het water toever trouwd. Water om te drinken en om voedsel te bereiden, water om jezelf te wassen en je omgeving schoon te maken, water om groenten te kweken en water als weg om producten over te vervoeren. Dagelijks zijn vrouwen in het Zuiden bezig met de zorg voor water. Zij zullen zich gemakkelijk herkennen in die vrouw uit de stad Sichar in Samaria die water kwam putten. Maar misschien nog wel meer, omdat ze zich, net als die Samaritaanse vrouw, om diverse redenen gediscrimineerd weten. Als vrouw die niet meetelt, verdrukt wordt; als vrouw die niet beantwoordt aan de normen en regels van de wet; en zeker als vrouw uit dat halfheidense, ver vloekte Samaria.
Maar hoe groot de afstand ook is, Jezus gaat over grenzen heen: er is een ontmoeting, er ontstaat een gesprek, een dialoog. En dan blijkt, hoe diep de put ook is, dat er een bron is van levend water. Voor allebei. Voor Noord en Zuid. Als je elkaars roep wilt verstaan: 'Geef mij te drinken.'
Lied
Naar keuze: Een mens te zijn op aarde GvL 432
Wie wijst de weg naar het vaderland (Randstadbundel nr. 271)
Evangelie
(Joh. 4, 1-30)
Enige stilte of meditatieve (water)muziek.
Overweging 1
Luisterend naar vrouwen in Kenia
Water halen: vrouwen in de droge streek langs het Victoriameer in het zuidwesten van Kenia hebben er weet van. Negen maanden per jaar valt er geen druppel water. De streek is dor en kaal en wordt bedreigd door erosie. De traditionele visserij in het meer is kapot gemaakt door de introductie van de Nijlbaars: deze vis kan wel 100 kilo zwaar worden, is een goed product voor de industrie, maar een ramp voor de arme kleine vissers, die hun vissoorten ernstig bedreigd weten. Ze zochten aanvullend levensonderhoud: hout kappen, houtskool verkopen. Weer een aantasting van het milieu. En de ergste slachtoffers zijn de vrouwen, die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor voedsel.
(een kruik met water wordt leeggegoten in de ronde bak).
We dragen water aan namens het Afrikaanse continent. Water als symbool van vrouwen die strijden voor toekomstkansen, een gezond leefmilieu. Water als een stem uit de woestijn van mensen die bedreigd worden in hun bestaan. Samen met de organisatie Labalu gaat men nieuwe wegen: de teelt van biologische voedselgewassen, voorzieningen voor gezond drinkwater, kredietfondsen voor vrouwen. Vrouwen die in morgen geloven.
Gebed
God, wij bieden u dit water aan:
een bron van leven,
symbool van Afrika dat dorst naar toekomst,
bevrijding en ontplooiing.
Zoveel water, zoveel geschiedenis
is er in onze handen besmet en vergiftigd.
Open dan vandaag onze oren
voor de noodkreet van Afrikaanse vrouwen:
'Geef ons te drinken'.
Geef ons de moed in gesprek te gaan met deze vrouwen bij de bron,
van hen te willen ontvangen.
En breng ons zo thuis bij U, uw Zoon, het Levende Water,
de Geest van solidariteit over alle grenzen heen. Amen.
Lied
Als God ons thuis brengt (GvL 126 I)
Overweging 2
Luisterend naar vrouwen in Colombia:
Water halen: al eeuwenlang doen de zwarte vrouwen in het tropische kustgebied van Colombia dat op hun hoofd, puttend uit rivieren of waterpoelen. Al eeuwenlang leeft hier de zwarte bevolkingsgroep - nakomelingen van de vroegere slavenkolonies - in uiterst primitieve omstandigheden: geen riolering of sanitaire voorzieningen. Ze zijn vandaag met 7 miljoen, een wonder dat ze de eeuwen overleefd hebben. Niet alleen omdat het leven voor hen erg hard is, maar vooral omdat ze al die jaren het slachtoffer zijn geweest van discriminatie en racisme. Maar sinds enkele decennia zijn jonge, zwarte Colombianen in verzet gekomen. Onder de naam Cimarrones vechten zij voor gelijkwaardigheid en basisvoorzieningen als riolering en gezond drinkwater. Met name de zwarte vrouwen richten hun hoofd op, want als geen ander zijn zij de dragers van het culturele erfgoed.
(een kruik met water wordt leeggegoten in de ronde bak).
We dragen water aan namens het continent Latijns Amerika. Water als symbool van racisme en onderdrukking als erfenis uit koloniale tijden. Maar water ook als teken van nieuw leven. Water dat spreekt van de strijd van zoveel vrouwen om zich te ontworstelen aan een onderdrukt bestaan in de marge. Vrouwen die in morgen geloven.
Gebed
God, wij bieden U dit water aan:
een bron van leven,
symbool van het continent Latijns Amerika,
dat onderdak wil zijn voor zoveel oude culturen en moderne democratieën.
Water dat vaak nog de smaak heeft
van economische of politieke onderdrukking.
Namens de armen uit dit zuidelijke continent,
en dat zijn vooral de vrouwen,
namens hen bidden wij:
'Geef ons te drinken':
leid ons op paden van gerechtigheid en vrede.
Leer ons in gesprek te gaan met de vrouw bij de bron,
de vrouwen van Latijns Amerika.
Misschien dat we U dan gaan herkennen als het Levende Water.
En breng ons zo thuis, samen, komend uit de woestijn,
in een nieuwe wereld van vruchtbaarheid en leven voor allen.
Amen.
Lied
Door drooggewaaide zeeën
(Randstadbundel nr. 419).
Overweging 3
Luisterend naar vrouwen in India:
Water halen: de vrouwen in de 17.000 bergdorpjes op de hellingen van de Himalaya in het noorden van India zien het als een grote opgave. Zij staan voor de immense taak om hun grote gezinnen te voeden, terwijl er een tekort aan brandhout en water is. De kleine lapjes grond leveren wat fruit, rijst en maïs op, te weinig om van te leven. Bovendien spoelt er veel grond weg tengevolge van de geweldige houtkap op de hoge Himalaya. De mannen zoeken werk in de grote steden in de vlakten. Daar komt nog bij dat in de winter de dorpjes vaak geïsoleerd zijn door de sneeuwval.
Maar een nog grotere isolatie voor de vrouwen vormen de Hindoe-wetten, of althans een breed geldende uitleg daarvan, die vrouwen aanmerkt als minderwaardig. Aan huis gekluisterd zijn zij veroordeeld tot stilzwijgende, slaafse onderdanigheid aan vader, man en zoon. Ouders moeten meisjes die gaan trouwen een grote bruidsschat meegeven. Meisjes zijn daarom vaak ongewenst. Niet alleen maakt de economische positie vrouwen kansarm, ook de sociale problematiek is groot.
(een kruik met water wordt leeggegoten in de ronde bak).
We dragen water aan namens het continent Azië, water als symbool van oude culturen en religies waarin de vele miljoenen van Azië een zinvol bestaan vinden. Maar water dat ook spreekt van protest tegen ongelijkwaardigheid, tegen verdrukking en miskenning. Water als teken van vrouwen die met elkaar en met de organisatie Sutra werken aan bewustwording en vakopleidingen. Vrouwen die in morgen geloven.
Gebed
God, wij bieden U dit water aan:
een bron van leven,
zoals het ontspringt op de harde rotsen van de Himalaya.
Maar in onze handen is het vaak besmet
door ons minderwaardig en consumptief denken over vrouwen,
die in veel culturen geen erkenning vinden
als gelijkwaardige partners in de samenleving.
Laat ons de noodkreet van de Aziatische vrouwen verstaan:
'Geef ons te drinken'.
En wil ons dan zuiveren van vooroordelen.
Wij hebben vuile handen, God.
Leer ons in gesprek gaan met de vrouw bij de bron,
de vrouw van Azië.
Misschien dat we dan U gaan herkennen als het Levende Water.
En breng ons zo thuis, samen, bij elkaar en bij U,
die water doet ontspringen uit de rotsen. Amen.
Lied
Het lied van het levende water
(Randstadbundel, nr. 423)
Afsluitende overweging
De grens overgaan, als Jezus, naar de stad Sichar in dat minderwaardige Sama ria. Een vrouw ontmoeten waarover je de nodige bedenkingen kunt hebben. In gesprek raken met een vreemde, iemand uit de marge, besmet, met vuile han den. Komen tot een ontmoeting, een uitgesproken verlangen: 'Geef mij van dat levende water'. Zou dat ook mogen gebeuren in ons contact met de miljoenen mensen in het verre Zuiden? Met name de vrouwen in Afrika, Azië en Latijns Amerika, die nog zeer vaak moeten vechten voor een menswaardig bestaan. Ze vragen ons niet alleen: 'Geef ons te drinken'. Ze vragen ons vooral om even te gaan zitten bij die bron, even te luisteren naar hun verhaal. Misschien dat er een gesprek ontstaat. Misschien zelfs een dialoog of een gezamenlijk lied. Want Vastenaktie is niet alleen geven, maar ook durven ontvangen. Hoe gering ook, al is het maar een beker water uit handen van een vrouw bij de bron.
Uit Afrikaanse bron
Afrika, o Afrika. Ik?
Ik ben maar een vrouw.
Een onzichtbare vrouw.
Ik doe het werk van de vrouw en van de man.
Nee, ik durf niet op te houden met mijn werk:
wie zou de kinderen te eten geven?
Nee, een tractor kan ik niet besturen.
Trouwens, wie zou die uitlenen aan een vrouw,
zonder land, zonder geboorterecht?
Ik heb geen tijd om naar school te gaan:
ik moet wieden op het land,
ik moet hout en water halen.
En nooit zal ik prijsgeven waarvoor ik geboren ben:
te zorgen dat mijn kinderen kunnen eten.
Afrika, o Afrika. Ik?
Ik ben maar een vrouw.
O, als ik kon, dan zou ik dit continent regeren.
Als ik maar de helft van de macht had,
die nu aan mijn man is gegeven.
Als hij maar de helft van het werk deed,
dat nu mijn deel is.
Dan, alleen dan konden we Afrika redden van de dood.
Samen kunnen we Afrika redden van de dood.
(Debbie Taylor, dichteres uit Afrika)
Uit Latijns Amerikaanse bron
De tranen van de arme
zijn helder water
dat alle schmink wegwast
en ons ware gezicht laat zien.
De ogen van de arme
zijn twee spiegels:
laten we niet bang zijn
onszelf daarin te zien.
De nabijheid van de arme
openbaart ons Jezus,
Raadsman bij uitstek,
God met ons,
Vredevorst.
(Julia Esquivel, dichteres uit Guatemala)
Uit Aziatische bron
Ik wil als het water zijn,
dat in de rivieren klatert
en door het oerwoud stroomt,
dat velden vruchtbaar maakt
en overal leven brengt.
Ik wil als het water zijn
dat al wat vuil is wast,
dat ieder mens, wie dan ook,
die heling en bevrijding zoekt
weer hoop op toekomst geeft.
Ik wil als het water zijn,
dat alle boten draagt,
vol mensen en hun lasten,
om voor hen allemaal
de vaart te verlichten.
Ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven,
dat alle mensen samenbrengt
om samen, overal vandaan
lief en leed te delen.
(Anonieme dichteres uit Thailand)
Gebed en besprenkeling
Zegen ons dan, God, Bron van Levend Water,
met de kracht van uw Zoon, de Verrezene.
Zegen ons en doordrenk ons met de realiteit van deze wereld,
een vervuilde bron, maar gezuiverd,
geheiligd door de aanraking met U.
Dat ook wij vol mogen stromen
met uw Geest van gerechtigheid voor onze wereld.
(rondgang door kerk met besprenkeling met water uit de bak)
Lied
Dat wij volstromen (GvL 416).
EEN PLEK WAAR HIJ WONEN KAN
- Bouwstenen voor een meditatief liturgisch moment.
- Veertigdagentijd.
- C-jaar (Lucas)
Aankleding van de liturgische ruimte
Een provisorische tent, gebouwd van doeken en stokken; daarbij wat simpele gebruiksartikelen, een oude voerbak voor dieren, een paar krukjes of matjes; op een andere plaats: de zevenarmige kandelaar met een tafel vol waxinelichtjes (voor zoveel mogelijk aanwezigen), de Bijbel, een icoon van Lucas en een poster van de Vastenaktie-campagne met eventueel een fotocollage.
Openingslied
'Door de wereld gaat een woord', v. 1-3
Gezangen voor liturgie nr.431,
Randstadbundel nr. 259.
Inleidend woord
Welkom, beste mensen, voor dit meditatief moment in het hart van de Veertigdagentijd. Wat fijn wanneer er iemand is die jou kent, die met jouw levensweg vertrouwd is, bij wie je je veilig voelt. Samen op tocht gaan, reizen, op uittocht en intocht, door woestijn naar het beloofde land: dat is het centrale thema van de Veertigdagentijd.
Dit jaar belichten we onder het motto 'Wegen naar elkaar' vooral de positieve beleving van de ontmoeting met elkaar. Maar dit avontuur kan ons ook op het spoor zetten van de ontmoeting met onszelf en met God. Want voor wie weet te kijken, gaan er in deze ontdekkingstocht bronnen open van inspiratie, herkenning, verrukking soms.
Je tent opbreken, durven loslaten het onbekende tegemoet, is geen solistisch gebeuren, het is het geloofsverhaal van mensen samen. In dit kader kan de Vastenaktie-campagne ons wakker schudden: het gaat om meer dan een solidariteitsactie met de armen in het Zuiden. Het gaat om een dialoog die ons oor geeft voor de parels van hoop op de vuilnisbelten van Jakarta, een dialoog die ogen opent voor de lelies van gerechtigheid waarnaar de zwarte vrouwen dorsten in Kaapstad.
In deze weken is vooral de evangelist Lucas onze leidsman. Als geen ander weet hij, die behalve schrijver van het goede verhaal ook arts en schilder was, het lied van de hoop te verbinden met genezing en gevoel voor schoonheid. Mogen wij met hem komen tot de geloofsbelijdenis: 'Wat een plezier om jou te ontdekken': Jou met een hoofdletter, en jou met de kleine letter van zoveel miljoenen kleine mensen die zo groots durven leven. Daar kun je heel stil van worden, misschien wel tot gebed komen.
Gebed
God, Vader en Moeder van alle volkeren die deze aarde bewonen,
door onze wereld trekt een stoet van ontheemden:
vluchtelingen en asielzoekers,
op weg naar veiligheid en leven,
ntsnapt aan geweld van onderdrukking en oorlog.
Mensen, soms tot stilte en stomheid geslagen,
door eeuwenlange armoede en sociale uitsluiting.
God, wij bidden U in deze Veertigdagentijd:
laat ook ons op pad gaan met open handen,
luisterend naar het lied van de armen tegen angsten en verdriet.
Doe ook ons onze tent opbreken,
verdiep ons geloven en help ons kritische vragen te stellen aan onszelf
omtrent onze machtsposities en ons welvaartsdenken.
Geef ons de moed muren af te breken
en leid ons zo tot de ontmoeting met verre anderen.
Misschien dat we U dan weer gaan herkennen
als een reisgenoot, een tentbewoner, een God-met-ons,
die ons geloven de vreugde van de pelgrim schenkt,
begeesterd door de belofte en de droom van gerechtigheid
die U bent en schenken wilt door de eeuwen der eeuwen.
Lied
'Door de wereld gaat een woord', v.4-6
GvL nr.431, Randstadbundel 259.
Verhaal
'Gaan naar verten om de ander te ontdekken'
(onbekende bron)
Ergens in de bergen leefde een man, een Filipino. Wanneer hij door en door miserie was geworden: eenzaam, arm en ellendig, dan ging hij naast een boom staan, naast de weg en wriemelde met zijn voeten in de grond, tot aan zijn enkels in de modder en bleef zo staan, rechtop. Hij trachtte innerlijk verbinding te krijgen met het verhaal van zijn voorvaderen, met het lijden van miljoenen mensen door de eeuwen heen. Hij wist zich een schakel in de geschiedenis...
Er kwam een missionaris voorbij, op zijn paard. Hij stopte, want hij had de gewoonten van dit volk en dit land bestudeerd en wist: met die man is iets bijzonders aan de hand, anders stond hij daar zo niet. Daarom vroeg hij: 'Wel, is er iets?' Maar de Filipino antwoordde niet. 'Zeg toch eens wat, man', drong de missionaris aan, 'ik kom je toch helpen'.
De Filipino fluisterde zacht: 'Jij luistert niet...'
'Maar jij zegt ook niks', zei de missionaris.
Na een lange tijd van wachten in stilte, stijgt de missionaris van zijn paard af en gaat naast de man staan. Hij wriemelt met zijn voeten in de grond totdat die vast zitten in de modder en blijft dan staan, wetend dat er naast hem een mens staat van verdriet en van vragen. Hij wacht...
Na een tijdje zegt de Filipino: 'Ja, vriend, 't is erg, ik heb verdriet'.
De pater zwijgt en blijft staan, in de modder. Na een hele tijd zal hij misschien zeggen: 'Ik dacht het'.
Verhaal
'Gaan naar verten om jezelf te ontdekken'
(Lucas 15, 1-3;11-32)
Lied
'Ik zal niet rusten'
GvL nr. 474;
Overweging
'Gaan naar verten om God te ontdekken'
Het kan zijn dat ik het gedroomd heb, het kan ook een oud verhaal zijn dat ik ooit gehoord heb. Over een mens die het licht had weggesleept voor de poorten van de hel.
Toch is het geen sprookje en ook geen droom, als je goed naar de Bijbel luistert. Want als een rode draad wordt steeds opnieuw verhaald hoe Gods volk in de verte belandt, in den vreemde, in ontworteling, besmet en beschadigd: een verloren zoon tussen varkens. En steeds opnieuw komt het volk juist in de vervreemding van slavernij en ballingschap tot bezinning. Voor de poorten van hel wordt het licht gevonden, ontstaat de honger naar de Vader, het verlangen naar terugkeer tot zijn God. En die staat op de uitkijk; die ziet de mens vanuit de vervreemding al van verre aankomen.
Blijkbaar kunnen bronnen van inspiratie gevonden worden, wanneer een mens op de vuilnisbelt moet zitten en zich Job mag noemen. Geloof groeit en wordt verdiept in de verte. Wie niet wegtrekt, wie niet emigreert uit zijn of haar verleden, wie niet naar binnen durft te gaan, is als de oudste zoon, die niet komt tot volwassen geloof en kan niet delen in ontmoeting en feest. Want geloven, God ontdekken en Hem ruimte geven om in je leven binnen te treden, dat is je huis van veiligheid en welvaart verlaten en in de soberheid van een tent durven leven om aan de kern van het bestaan te raken. Menigeen van ons zal dit trouwens als een vakantie-ervaring kunnen bevestigen.
Maar de zomerse camping is nog een aantal maanden verwijderd. De lente staat pas voor de deur. Voordat de zon van Pasen doorbreekt, voordat God zichzelf openbaart in de duisternis van de dood, zullen we zelf op uittocht moeten gaan. Zelf het licht gaan wegslepen voor de poorten van de hel, die zich in onze wereld vaak zo hard en wreed manifesteert.
Daarom is het van groot belang om niet alleen aandacht te schenken aan de solidariteitskant van de Vastenaktie-campagne, maar ook aan de dialoog met armen in het Zuiden of Oosten. In de ontmoeting met hun geloof, hun hoop, hun strijd reikt God zijn licht aan.
(Wellicht is het zinvol om dit wat verder uit te werken vanuit het eigen concrete Vastenaktie-project dat de gemeenschap ondersteunt.)
Het aanroepen van licht
over 7 plekken waar hij wonen kan
Tijdens de woestijntocht van Gods volk werd de zevenarmige kandelaar aan Mozes getoond op de berg Sinai. Hij werd symbool van het geloof van Israël. Hij stelt de schepping van de wereld voor in zeven dagen. Maar mag hij ook niet staan voor de roep om licht die klinkt uit alle volken en culturen? Mag hij ook teken zijn van het geloof dat God zal wonen op al die plekken van onrecht en ellende waar mensen elkaar ontmoeten, elkaar inspireren om recht te doen aan de verworpenen der aarde.
Openingstekst en refrein
'Bidden wij met geloof in ons hart'
GvL, nr.211
Voorzang:
Bidden wij met geloof in ons hart
tot de Vader van hemel en aarde,
dat Hij de wereld bewaart
als het werk van zijn handen.
Refrein: 1. voorzang, 2. allen
Luister, Heer, ontferm u over ons.
(Ontsteken van de zeven kaarsen en het refrein herhalen na het ontsteken van elke kaars)
1. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan de eeuwenlang onderdrukte kasteloze vrouwen in India,
die middels een kredietsysteem toekomst bevechten.
2. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan de geïsoleerde Bosnegers op het platteland van Suriname,
die met nieuwe producten hun verwoest gebied tot leven brengen.
3. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan het bedreigde herdersvolk de Boran in Centraal Kenya,
die werken aan verbetering van hun gezondheidszorg en voedselzekerheid.
4. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan de Indianenvolkeren in het noordoosten van Brazilië,
die strijden voor recht op grond en toegang tot voedsel.
5. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan de verweesde kinderen
in het ontwrichte en straatarme Albanië,
die in crèches in Tirana de eerste opvang genieten.
6. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan de duizenden vrouwen op de vlucht
voor de oorlog in Sierra Leone,
die in de hoofdstad Freetown
een leefbaar milieu en uitzicht zoeken.
7. Om een plek waar Hij wonen kan, die God is,
om een plaats waar recht wordt gedaan
aan de miljoenen kinderen in het overbevolkte Bangladesh,
die met onderwijsvernieuwing
de armoedespiraal hopen te doorbreken.
Onze Vader verborgen
gezamenlijk te bidden, of te zingen
Onze vader verborgen
uw naam worde zichtbaar in ons
uw koninkrijk kome op aarde
uw wil geschiede, een wereld
met bomen tot in de hemel,
waar water schoonheid, en brood
gerechtigheid is, en genade -
waar vrede niet hoeft bevochten
waar troost en vergeving zijn
en mensen spreken als mensen
waar kinderen helder en jong zijn,
dieren niet worden gepijnigd
nooit één mens meer gemarteld,
niet één mens meer geknecht.
Doof de hel in ons hoofd
leg uw woord op ons hart
breek het ijzer met handen,
breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst
kome wat komt.
Huub Oosterhuis,
uit: Groot Gebedenboek, Lannoo/Callenbach)
Een gedicht
Er zijn weinig huizen waar je welkom bent,
de hond blaft je af nog eer je hebt gebeld,
en achter de gordijnen herkent men jou te goed,
en wees dankbaar voor de vreemde die jou heeft gegroet.
Het brood dat je kreeg toen je hongerig was,
een nieuwe sigaret toen je zelf zonder zat,
en het bier dat je dronk waarvoor men niets vroeg,
en wees dankbaar voor de vreemde die jou heeft gegroet.
Het hooi waarin je sliep in een stal van een boer,
de deken op jou gelegd door een hoer,
en de deur die iemand voor jou opendoet,
en wees dankbaar voor de vreemde die jou heeft gegroet.
Elke nacht is te koud zonder dak op je hoofd,
elk huis is te groot als je zelf nergens woont,
en elke weg is te lang als je niemand ontmoet,
en wees dankbaar voor de vreemde die jou heeft gegroet.
Ik trek hier vandaan al weet ik niet waarheen,
waar ik morgen ben, weet God alleen,
kom luister naar mij, onthou het goed,
en wees dankbaar voor de vreemde die jou heeft gegroet.
'Voor de vreemde' van Lieven Tanernier;
uit: Doe het licht, 1995,
Wegzending
met de opdracht licht uit te dragen:
Laten we dan op weg gaan, misschien met wat minder gevoelens van veiligheid.
Maar wellicht met meer moed om stappen te zetten op weg naar de ander,
ver weg en dichtbij.
Ga dan weer de wereld in, die zich zo sterk door andere wetten laat leiden.
En draag het licht mee van ons geloof:
al is het nog zo klein en provisorisch,
het kan mensen leiden op wegen naar plekken van hoop.
Zegene ons daartoe God die als een Vader op de uitkijk staat
en ons van verre ziet aankomen:
Hij schenke ons geloof in het leven,
vreugde in de ontmoeting en kracht tot gerechtigheid,
vandaag en morgen tot in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Het lied 'de steppe zal bloeien' wordt nu ingezet en wordt telkens herhaald totdat alle aanwezigen hun waxinelichtje hebben ontstoken aan de zevenarm.
GvL, nr. 591.